Regeling smartengeld bij dienstongeval politie

Regeling smartengeld bij dienstongeval politie

Ook medewerkers van de politiediensten lopen het risico op een ongeval. Indien het ongeval erkend wordt door de korpschef (erkenning als dienstongeval), heeft de medewerker recht op een smartengeldvergoeding. Er moet dan wel sprake zijn van invaliditeit. Een louter litteken volstaat dus niet om beroep te doen op deze regeling.

Erkenning als dienstongeval

Een dienstongeval is een ongeval dat ontstaat tijdens of door de uitvoering van de werkdienst, waarbij rekening wordt gehouden met de aard van het werk en de eventuele bijzondere omstandigheden. Het kan gaan om een verkeersongeval maar ook om schade bij de moeilijke aanhouding van een verdachte. De ambtenaar is verplicht om het dienstongeval dat risico geeft op invaliditeit zo spoedig mogelijk te melden en zich direct onder geneeskundige behandeling te stellen. Het schriftelijk melden van het dienstongeval dient binnen 150 dagen na het ongeval te gebeuren. Verder is het slachtoffer verplicht om al het nodige te doen om een spoedig herstel mogelijk te maken. Het gaat hierbij om het opvolgen van de aanwijzingen van de arts en het verlenen van de nodige medewerking.

Ook mogelijkheid smartengeld bij verstrijken van de termijn

Hoe dan ook adviseren wij de ambtenaar steeds om de melding inderdaad binnen de termijn van 150 dagen schriftelijk uit te voeren. Toch hoeft de overschrijding van die termijn niet automatisch te resulteren in het verlies van het recht op smartengeld. In dat geval moet de ambtenaar wel redelijkerwijs aantonen dat de ontstane invaliditeit enkel het gevolg kon zijn van het dienstongeval en dat het bevoegd gezag niet werd geschaad door diens verzuim.

Vaststelling blijvende invaliditeit

De vaststelling van de blijvende invaliditeit zal steeds gebeuren door een medische keuring. De ambtenaar is verplicht hieraan zijn medewerking te verlenen. Indien de ambtenaar dat niet doet, kan hij zich niet beroepen op de in de vorige alinea omschreven uitzonderingsgrond. Tijdens de medische keuring zal men echter wel rekening houden met bevindingen van een eerdere arts of specialist. De vaststelling van het smartengeld zal nadien gebeuren op basis van de bevindingen van de medische keuring. Hierbij houdt men rekening met vastgelegde uitkeringspercentages. Voor het verlies van beide nieren hanteert men bijvoorbeeld een uitkeringspercentage van 100 % terwijl dat voor het verlies van een duim dan weer 25 % zal zijn en het verlies van het mannelijk lid 40 % (tenzij het gaat om het verlies van beide teelballen: dan bedraagt het uitkeringspercentage 30 %). Er wordt overigens ook een tweede uitkeringspercentage vastgesteld in functie van de mate van arbeidsongeschiktheid. Er zijn tot slot ook bijzondere afwijkingen voorzien voor een whiplash en. HIV-besmetting.

Ook recht op restwaarde!

De smartengeldvergoeding zal lang niet altijd volstaan om de schade te vergoeden. Daarom adviseren wij steeds om toch een letselschade advocaat te raadplegen. Wij kunnen bijvoorbeeld nagaan of we de restwaarde kunnen claimen na de aansprakelijkstelling van de korpschef. Contacteer ons zo spoedig mogelijk om verjaring van de claim te voorkomen.