Het berekenen en claimen van smartengeld

Het berekenen en claimen van smartengeld

Als slachtoffer van een ongeval of een medische fout heb je recht op een schadevergoeding. Deze schadevergoeding moet zowel de materiële schade als de immateriële schade vergoeden. De materiële schade is bijvoorbeeld de schade aan je fiets of smartphone. Immateriële schade is schade die moeilijker te begroten is, zoals pijn of verdriet. Een schadevergoeding voor immateriële schade wordt ook wel eens smartengeld genoemd. Omdat immateriële schade moeilijk kwantificeerbaar is, is dat ook het geval voor het smartengeld dat deze schade moet vergoeden. Hoeveel smartengeld kan ik verwachten? Kan ik bij een medische fout smartengeld krijgen? Het zijn slechts enkele van de vragen die wij voor jou beantwoorden.

Smartengeld na ongeval: wat is het en wie krijgt het?

Wie bij een ongeval een letsel oploopt, kan niet alleen materiële schade lijden, maar ook immateriële schade. Ter compensatie van deze immateriële schade kan men een schadevergoeding krijgen, ook wel eens het smartengeld genoemd. Het recht op smartengeld is lang geleden, in 1943, door de Hoge Raad erkend. In 1992 werd het uiteindelijk ook in het Burgerlijk Wetboek opgenomen. Hoeveel smartengeld kan ik verwachten? Dat is dan weer moeilijker te zeggen en daar gaan we verder in dit artikel op in.

Wat is smartengeld?

Slachtoffers die als gevolg van een ongeval of een medische fout immateriële schade oplopen, hebben recht op een vergoeding. Onder immateriële schade wordt alle schade verstaan die niet uitgedrukt kan worden in een geldbedrag. Deze schade is subjectief van aard, bijvoorbeeld verdriet, pijn en gederfde levensvreugde. Geld kan dit leed misschien niet wegnemen, maar wellicht kan het leed door een schadevergoeding wel enigszins verlicht worden. De schadevergoeding voor immateriële schade wordt ook wel smartengeld genoemd.

Het smartengeld dient met andere woorden drie functies. Enerzijds moet het smartengeld het aangedane leed compenseren door middel van een financieel bedrag. Anderzijds moet het ook genoegdoening bieden. Het kan het slachtoffer stimuleren om met het geld iets nuttigs te doen en om zich, eventueel binnen een beperkter kader, op andere manieren te ontplooien en het geluk terug te vinden. En ten slotte heeft het een rechtshandhavingsfunctie en moet het voorkomen dat mensen anderen immaterieel leed aandoen.

Toch moet je je realiseren dat het smartengeld in Nederland laag is, zeker in vergelijking met de smartengeldvergoedingen die in sommige andere landen worden toegekend. In de praktijk is er in Nederland zelden sprake van een echte compensatie en gaat het eerder om een financiële tegemoetkoming, een kleine financiële erkenning van het leed dat is aangedaan. Dat het smartengeld vaak lager uitvalt dan men aanvankelijk verwacht, merken we aan de reacties nadat we voor een slachtoffer een eerste smartengeld-indicatie hebben gemaakt. Het is meteen een van de redenen waarom er op het gebied van smartengeld geen toegevingen hoeven te worden gedaan en dat wij altijd claimen waar een slachtoffer recht op heeft.

Wie kan smartengeld krijgen?

Een slachtoffer kan alleen smartengeld na een ongeval vorderen indien de tegenpartij juridisch aansprakelijk gesteld kan worden. Bovendien kon smartengeld lange tijd enkel geclaimd worden door het slachtoffer zelf: familieleden of nabestaanden konden dit niet. Een uitzondering hierop was de zogenaamde 'shockschade'. Shockschade is een speciaal type smartengeld dat gevorderd kan worden door derden die door het direct geconfronteerd worden met de ernstige gevolgen van een ongeval (er moet sprake zijn van een hevige emotionele shock) een geestelijk letsel hebben oplopen. Deze personen zijn dus in feite (indirecte) slachtoffers van het ongeval of de medische fout.

In 2019 kwam hier verandering in. Sindsdien kunnen ook nabestaanden een vergoeding krijgen voor het leed dat ze lijden door het verlies van het slachtoffer. Dit kan ook zonder dat ze het ongeval hebben zien gebeuren. We spreken hier van affectieschade, immateriële schade die ontstaat door het verliezen van iemand waar men een affectieve band mee heeft.

Slechts een beperkt aantal nabestaanden hebben recht op de vergoeding voor affectieschade. Deze personen zijn in de wet opgenomen. Het gaat om de echtgenoot en de geregistreerde partner die niet van tafel en bed is gescheiden, de levensgezel die duurzaam met de overledene een gemeenschappelijke huishouding voerde, de ouders van de overledene, de kinderen van de overledene, degene die duurzaam in gezinsverband de zorg voor de overledene uitvoerde en degene voor wie de overledene duurzaam in gezinsverband de zorg uitvoerde.

De vergoeding die men krijgt, is afhankelijk van de categorie waartoe men behoort. Zo krijgen meerderjarige niet-thuiswonende kinderen en ouders een minder hoge vergoeding dan minderjarige kinderen of kinderen die wel nog thuis wonen. Als het overlijden het gevolg is van een misdrijf wordt de affectieschadevergoeding verhoogd. De bedragen variëren van 15.000 tot 20.000 euro. Het is niet mogelijk om een hogere schade te bewijzen.

Smartengeld berekenen

Het is nu eenmaal de aard van immateriële schade dat het maar moeilijk in iets materieels als geld kan worden uitgedrukt. Dit wil echter niet zeggen dat het berekenen van het smartengeld op een subjectieve basis gebeurt, integendeel. Er zijn talloze methoden ontwikkeld om te bepalen op hoeveel smartengeld iemand recht heeft en om te voorkomen dat de ene rechter een hogere vergoeding toekent dan de andere rechter. Er is dus allesbehalve sprake van willekeur. Hoeveel smartengeld kan ik verwachten? Volg even mee hoe het smartengeld in ons land wordt berekend, neem de voorbeelden door en neem nadien contact met ons op voor een concrete smartengeld-indicatie.

Hoeveel smartengeld kan ik verwachten? Deze factoren spelen een rol

Volgens de Hoge Raad zijn er verschillende factoren waarmee men rekening moet houden bij het begroten van het smartengeld. In de eerste plaats hebben ze betrekking op het slachtoffer zelf. De leeftijd van het slachtoffer speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol. Het is dan ook ingrijpender als een kind nog een heel leven lang met pijn moet leven dan als iemand al het levenseinde nadert en een mooi leven heeft gehad. Ook andere persoonlijke factoren kunnen de hoogte van het smartengeld beïnvloeden, zoals de emotionele intelligentie of het beroep dat men uitoefent. Eigenlijk geeft de Hoge Raad dan ook aan dat de omvang en de impact van een ongeval deels afhankelijk is van de persoon van het slachtoffer. En dat is inderdaad zo.

Daarnaast zijn ook de kenmerken van het letsel een belangrijke factor. Het gaat dan om bijvoorbeeld de aard van het letsel, de ernst van het letsel en de herstelverwachtingen. Het immateriële letsel kan verschillende vormen aannemen, zoals pijn, gederfde levensvreugde, ongenoegen, frustratie en tijdverlies. Al deze vormen van schade komen voor een vergoeding in aanmerking, maar telkens op hun eigen manier.

Vervolgens spelen de huidige en de verwachte levenswandel van het slachtoffer een rol. Iemand kan een schadevergoeding krijgen omdat een bepaald beroep of een hobby niet langer kan worden uitgeoefend. Of iemand kan een vergoeding krijgen omdat de ontplooiingsmogelijkheden ontnomen worden.

Ten slotte speelt de duur van de schade een rol. Beperkingen kunnen namelijk van tijdelijke aard zijn en ze kunnen volledig restloos verdwijnen. Ze kunnen echter ook het leven lang aanwezig blijven of ze kunnen uitdoven tot op een lager niveau waarop de beperkingen levenslang aanwezig blijven. Met al deze factoren moet rekening worden gehouden bij het berekenen van het smartengeld.

Methoden om het smartengeld te berekenen

Het is goed om te weten met welke factoren er zoal rekening wordt gehouden, maar hoeveel smartengeld kan ik verwachten? Er zijn verschillende manieren waarop een rechter te werk kan gaan. Het Smartengeldboek, een vertaling van de casuïstische benadering die wordt gehanteerd, is een belangrijke richtlijn. Het is echter niet de enige.

Casuïstische benadering

De hoogte van het smartengeld berekenen, geschiedt in ieder geval op een uiterst casuïstische basis. Dit betekent dat de hoogte van het smartengeld afhangt van de precieze omstandigheden van het geval. De hoogte van een schadevergoeding verschilt dus per slachtoffer. Het Burgerlijk Wetboek geeft dan ook geen precieze richtlijnen waarmee men de hoogte van het smartengeld kan berekenen. Dit betekent echter niet dat er helemaal geen regels bestaan met betrekking tot het vaststellen van de hoogte van het smartengeld. Volgens Artikel 106 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek moet de rechter het bedrag van de schadevergoeding 'naar billijkheid' vaststellen. Dit betekent dat de rechter het bedrag moet toekennen dat hij of zij redelijk acht in de specifieke situatie van het slachtoffer. De rechter heeft dus veel vrijheid bij het berekenen van smartengeld.

Ondanks deze vrijheid zijn er wel een aantal vaste factoren die een rol spelen. Zo zal er allereerst gekeken worden naar het persoonlijke leed van het slachtoffer. De rechter gaat dan na hoeveel invloed de letselschade heeft op het leven van het slachtoffer. Verder wordt er rekening gehouden met de ernst van het letsel en de duur van de behandelingen. Ook de aard van het ongeval en de gederfde levensvreugde worden meegewogen. Hoe hoger het persoonlijke leed van het slachtoffer, des te hoger het smartengeld na een ongeval doorgaans zal zijn. Naast het persoonlijke leed van het slachtoffer wordt er ook gekeken naar de relevante jurisprudentie. Dit zijn eerdere uitspraken van rechters in vergelijkbare rechtszaken. Wanneer twee slachtoffers een vergelijkbaar ongeval meemaken en vergelijkbare schade lijden, zal dit dan ook tot vergelijkbare schadevergoedingen leiden.

Smartengeldboek

Het is niet nodig om bij elk schadegeval alle eerdere uitspraken onder de loep te nemen. Dit wordt namelijk al gedaan door de opstellers van het zogeheten Smartengeldboek. Het Smartengeldboek is ooit gestart als een themabijlage van het tijdschrift Verkeersrecht en is uitgegroeid tot het belangrijkste naslagwerk ter bepaling van de hoogte van het smartengeld in Nederland. Elk jaar wordt er een herwerkte versie van uitgebracht. Het Smartengeldboek is zowel online als op papier beschikbaar.

De opstellers van het Smartengeldboek brengen alle uitspraken in kaart en geven op basis hiervan een smartengeld-indicatie bij uiteenlopende vormen van immateriële schade. De uitspraken worden daarbij in vijf hoofdgroepen onderverdeeld:

  1. Smartengeld en ongeval
  2. Smartengeld en medische fout
  3. Smartengeld en mishandeling
  4. Smartengeld en niet-letsel
  5. Smartengeld na voeging

De bedragen die in het Smartengeldboek zijn opgenomen, zijn uiteraard louter richtlijnen en zijn richtinggevend. Het staat rechters toe om, op basis van de praktijksituatie, een hogere of een lagere smartengeldvergoeding toe te kennen. In de praktijk wordt er echter wel heel sterk rekening gehouden met de bedragen die in het Smartengeldboek zijn opgenomen.

Smartengeldformules

In het verleden zijn er verschillende pogingen ondernomen om de smartengeldvergoedingen te objectiveren. Hierbij werden er zogenaamde smartengeldformules ontwikkeld. Op basis van diverse criteria kon een computerprogramma dan berekenen op welke smartengeldvergoeding men recht heeft. Deze smartengeldformules zijn vooral bekend geworden omdat ze weinig succesvol waren. Het is nu eenmaal eigen aan formules dat ze rigide zijn en een menselijke toets missen. Het ontbreken van een menselijk karakter zorgt ervoor dat de output niet altijd redelijk is. In de praktijk is gebleken dat naarmate een letsel ernstiger wordt, formules minder passende oplossingen bieden.

Andere methoden om het smartengeld te berekenen

De bovenstaande methoden zullen allemaal andere antwoorden opleveren. Dat is normaal. Het gaat louter om richtlijnen en het geeft de bandbreedte weer van welke vergoedingen de rechtspraak als redelijk beschouwt. Binnen de marge die een rechter heeft, kan hij in eer en geweten en met een menselijke toets op zoek gaan naar een passende smartengeldvergoeding.

In de rechtspraak is eerder al erkend dat een rechter daarbij rekening mag houden met andere zaken. Zo mag een rechter de ontwikkelingen in andere landen nagaan en mag hij een rechtsvergelijking toepassen. De rechter mag met andere woorden nagaan of hetgeen we in Nederland doen niet te sterk afwijkt van wat men in het buitenland doet. Dit kan helpen om lacunes te vullen, maar het mag geen knip-en-plakwerk zijn. Dergelijke andere factoren kunnen nooit het enige argument zijn, maar moeten worden gekaderd binnen wat in het Nederlandse rechtssysteem gangbaar is.

Smartengeld voorbeeld

Aangezien het berekenen van smartengeld geschiedt op basis van de specifieke omstandigheden van het geval, kan de hoogte van het smartengeld sterk variëren van slachtoffer tot slachtoffer. Dit maakt het voor slachtoffers zonder juridische kennis lastig om vooraf de hoogte van het smartengeld te berekenen. Een smartengeld voorbeeld kan echter wel een indicatie geven van de hoogte van het bedrag. De onderstaande smartengeld voorbeelden zijn enkel bedoeld om een indicatie te geven van wat men kan verwachten van de hoogte van smartengeld na een ongeval. Een smartengeld voorbeeld geeft dus geen enkele garantie!

Hoogste smartengeld in Nederland

Over het algemeen zijn in Nederland de bedragen die aan smartengeld na een ongeval uitgekeerd worden een stuk lager dan in andere Europese landen of in Amerika. Het hoogste bedrag dat ooit werd uitgekeerd in ons land bedroeg lange tijd 338.000 euro. Dit bedrag werd in het kader van de onderhandelingen met de aansprakelijkheidsverzekeraar toegekend aan een vrouw die te laat te horen kreeg dat ze in het terminale stadium van baarmoederhalskanker zat.

Begin 2021 werd dit record verbroken en kende de rechtbank Rotterdam een smartengeldvergoeding van 350.000 euro toe. Deze hoge vergoeding werd toegewezen aan een slachtoffer van een mishandeling. Het mishandelde slachtoffer leed aan een blijvend hersenletsel, een halfzijdige verlamming aan de rechterzijde van het lichaam, een verminderde alertheid, stoornissen in de kennende functies van de hersenen en kreeg te maken met ernstige beperkingen in de dagelijkse levensverrichtingen. Uit forensisch geneeskundig onderzoek bleek dat de letsels werden toegebracht door hevig botsend geweld op het hoofd.

Dit smartengeld voorbeeld is echter een uitzondering: de bedragen die doorgaans worden uitgekeerd, zijn een stuk lager, tot teleurstelling van veel slachtoffers. Bij het berekenen van de hoogte van het smartengeld wordt uiteraard ook rekening gehouden met de eventuele arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer en de verdere medische behandelingen die het slachtoffer moet ondergaan.

Hoogte smartengeld na medische fout

Een medische misser kan veel pijn, leed en andere immateriële schade veroorzaken. Daarom kan men ook na een medische fout smartengeld krijgen. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij een 43-jarige man die van een paard viel en daarbij een beenletsel opliep. Er werden allerlei medische fouten gemaakt, waardoor dit beenletsel er uiteindelijk voor zorgde dat zijn been geamputeerd diende te worden. De man kon niet langer paardrijden en verloor veel levensvreugde. Daarnaast kon hij ook zijn job als vrachtwagenchauffeur niet langer uitoefenen. Hij kreeg uiteindelijk een schadevergoeding van 29.418 euro toegewezen.

Hoeveel smartengeld kan ik verwachten? Vraag om een smartengeld-indicatie

Slachtoffers die precies willen weten hoeveel smartengeld ze kunnen verwachten op basis van hun persoonlijke letsel en schade, kunnen het best advies inwinnen bij een letselschade advocaat. Een letselschadeadvocaat zal namelijk op basis van de precieze omstandigheden het smartengeld berekenen en kan dus een betere indicatie geven van de hoogte van het bedrag. Naast het smartengeld berekenen kan een advocaat tevens namens het slachtoffer in onderhandeling treden met de tegenpartij. Bovendien kan een advocaat de andere partij dagvaarden indien de onderhandelingen stuklopen.