Smartengeld bij letselschade door vuurwerk

Smartengeld bij letselschade door vuurwerk

Het ontsteken van vuurwerk is in Nederland strikt gereguleerd. Dat is ook logisch: ieder jaar opnieuw vallen er slachtoffers. Soms gaat het om onzorgvuldigheid, andere keren om overmacht. Toch is het soms ook mogelijk om de andere partij aansprakelijk te stellen voor het letselschade door vuurwerk. Gelet op het feit dat vuurwerk ernstige en pijnlijke verwondingen kan veroorzaken, heeft het slachtoffer dan eveneens recht op een smartengeldvergoeding.

Aansprakelijkheid voor het afsteken van vuurwerk

Vuurwerk zorgt voor heel wat overlast. Daarom mogen particulieren alleen tussen oud en nieuw vuurwerk afsteken en dit tussen 18 uur en 02 uur. Het moet bovendien gaan om legaal vuurwerk. Uiteraard wordt van de particulier eveneens verwacht dat hij de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen treft. Bij roekeloos gedrag, bijvoorbeeld door het vuurwerk in de handen te houden of in flessen te steken, kan de afsteker dan ook aansprakelijk gesteld worden indien een derde schade oploopt. De praktijk leert onsechter dat het niet eenvoudig is om de ontsteker van het vuurwerk ook effectief aansprakelijk te stellen. Soms kan de oorzaak ook elders liggen. Zo ontplofte vuurwerk al eens in het gezicht van een dame door een productiefout. In dat geval was het de producent die aansprakelijk was voor de schade. Gaat het om illegaal vuurwerk? Ook dan is de verkoper aansprakelijk, maar zal er ook sprake zijn van eigen schuld. De rechtbank Oost-Brabant oordeelde in 2015 eerder al dat het hierbij ging om een eigen schuld van 50 %.

Smartengeld bij letselschade door vuurwerk

Het voorbeeld van bovenstaande dame toont eveneens iets anders aan: als het met vuurwerk misloopt, is de letselschade vaak groot. Heel groot. Het smartengeld is in Nederland vrij laag te noemen, althans in vergelijking met de immateriële schadevergoedingen die in onze buurlanden worden toegekend. Aan de hand van twee voorbeelden schetsen we een idee van de hoegrootheid van het smartengeld bij letselschade door vuurwerk.

Voorbeeld 1: smartengeldvergoeding met eigen schuld

Bij de aangehaalde zaak bij de rechtbank Oost-Brabant had het relatief jong slachtoffer ernstige verwondingen opgelopen. Ten gevolge van de explosie verloor het slachtoffer één oog, trad er beschadiging op aan de oogkas en was er sprake van sporadisch gezichtsverlies in het ander oog. Het slachtoffer ervaarde smaak- en reukproblemen en kon niet langer (volwaardig) autorijden. Hiernaast zou het slachtoffer nooit meer gevoel hebben in zowel de rechterwang als de bovenlip. Op verschillende plaatsen op het lichaam had het slachtoffer grote littekens. Het slachtoffer diende dan ook verschillende pijnlijke operaties te ondergaan en leefde in voortdurend onzekerheid met betrekking tot het helingsproces. Na het ongeval kreeg het slachtoffer ook een posttraumatische-stressstoornis wat op zijn beurt opnieuw resulteerde in een echtscheiding. Het slachtoffer ervaarde een duidelijke beperking op sociaal vlak. Uiteindelijk kende de rechter een smartengeldvergoeding toe van 60.000 euro. Echter, gelet op het feit dat het ging om illegaal vuurwerk en de bijhorende eigen schuld van 50 %, ontving het slachtoffer slechts 30.000 euro.

Voorbeeld 2: smartengeldvergoeding zonder eigen schuld

In een andere zaak ging het wel om legaal vuurwerk en werd de producent alsook aansprakelijk gesteld. Het vuurwerk werd bovendien rechtmatig en correct afgeschoten tussen oud en nieuw. Het vuurwerk vloog echter in een foutieve richting en raakte het gezicht van een 23-jarige dame. Ten gevolge van de productiefout verloor ze haar oog die uiteindelijk door een prothese werd vervangen. Hierdoor heeft ze te kampen met allerlei beperkingen en onzekerheidsproblemen. Dat alles in de fleur van haar leven. Het Gerechtshof kende haar een smartengeldvergoeding van 25.000 euro toe.