Verkeersongeval: een voorbeeld in de praktijk

Verkeersongeval: een voorbeeld in de praktijk

Een verkeersongeval is altijd een stresserende situatie. Ook het Europees Aanrijdingsformulier haalt niemand echt graag boven. Een paniekreactie is echter nergens voor nodig. Buiten het doen van de eerste vaststellingen ten gevolge van het ongeval, zal de verzekeraar of de letselschade advocaat immers de verdere afhandeling van het schadedossier op zich nemen. Natuurlijk blijf jij wel een cruciale rol spelen in het doen van de eerste vaststellingen en het vastleggen van eventuele bewijsmaterialen.

De feiten

Een man staat stil voor het rood stoplicht en wordt ineens achterwaarts aangereden door een chauffeur die aan het bellen was. Die laatste was onoplettend geweest. Eigenlijk valt de schade allemaal wel goed mee. Het betreft voornamelijk blikschade, hoewel de eerste chauffeur wel last heeft van enkele nekklachten. Niks om de hulpdiensten voor te bellen, toch? Al snel wordt het echter duidelijk dat de partijen het niet eens zijn over de aansprakelijkheidsvraag. Toch is er geen sprake van agressiviteit en is het niet nodig om de hulpdiensten in te schakelen.


Wat is een verkeersongeval? In het aansprakelijkheidsrecht wordt vaak gesproken over een zogenaamd verkeersongeval. Toch is het niet altijd duidelijk welke lading dat woord dekt. Lees hier welke criteria er aan een verkeersongeval gehangen moeten worden. Bel vrijblijvend wanneer u letselschade heeft.

Verzamelen van bewijsmaterialen

In eerste instantie is het belangrijk om meteen na het verkeersongeval(zo er geen gewonden zijn) bewijsgerelateerde acties te ondernemen. Daarom neemt de bestuurder van de eerste wagen meteen een foto van de verkeerssituatie. Verschillende wagens staan op die foto nog stil en ook het stoplicht staat nog steeds op rood. Hij neemt vervolgens ook foto’s van de schade aan de twee wagens. In dit geval nam hij ook een foto van het wegdek achter de wagen. Het ontbreken van remsporen kan immers aantonen dat de achterliggende chauffeur hem inderdaad niet had opgemerkt. Hij spreekt tot slot ook enkele getuigen aan, vraagt hun adres- en contactgegevens en noteert eveneens hun kentekennummer. Klaar? Dan verplaatsen de partijen hun wagens om niet langer het verkeer te verhinderen.

Invullen van het Europees Aanrijdingsformulier

Na het verkeersongeval mogen de partijen nog niet meteen de reis verderzetten. Eerst zullen ze samen het Europees Aanrijdingsformulier in dienen te vullen. Het invullen van het Europees Aanrijdingsformulier is vrij eenvoudig en wijst zichzelf al snel uit. In de praktijk gaat het om het beantwoorden van vijftien vragen en om het maken van een tekening van het schadegeval. Vak 1: Hier vullen de partijen de datum van de aanrijding en het uur in. Vak 2: De partijen vullen het land, de plaats en de straatnaam in waar de schade is ontstaan. Vak 3: De bestuurder kruist hier “ja” aan op de vraag of er al dan niet sprake is van gewonden. Dat is overigens altijd wel een belangrijke tip: negeer jouw nekpijn niet, ook niet wanneer het niet zichtbaar is voor de tegenpartij. Betwist de tegenpartij dat jij verwondingen hebt opgelopen? Dan kan hij dat onder het vak 14 (“mijn opmerkingen”) aangeven. Er is verder echt geen reden om ruzie te maken. Vak 4: De partijen kruisen hier “nee” aan: er is geen andere schade dan de schade aan hun voertuigen. Vak 5: De partijen vullen de gegevens van de getuigen in. Die gegevens hebben ze reeds eerder weten te verzamelen. Hoewel er niet expliciet gevraagd wordt naar het kenteken van getuigen, noteren ze dat wel gewoon op het Aanrijdingsformulier. Vak 6: De partijen vullen de gegevens van de verzekeringsnemers van de voertuigen in. Hiervoor kijken ze naar de verzekeringspolis. Vak 7: De partijen vullen de gegevens met betrekking tot hun voertuigen in. Zo noteren ze het merk, het type, het kentekennummer en het land van inschrijving van hun voertuig in. In dit geval zijn er geen aanhangwagens betrokken bij het schadegeval. Hier moeten ze dus geen gegevens invullen. Vak 8: De partijen vullen de gegevens van hun verzekeringspolis in. Het slachtoffer werd geadviseerd over waar hij het best een verzekering kon afsluiten. Hij vult dan ook de gegevens van die tussenpersoon in. Voor de aanrijders is dat niet het geval. Hij hoeft hier niks in te vullen. Het tweede voertuig beschikt overigens over een All Risk verzekering (WA Volledig Casco) en kruist op de desbetreffende vraag 8 dus “ja” aan. Voor het voertuig van het slachtoffer is dat niet het geval, waardoor hij “neen” aankruist. Vak 9: Beide partijen vullen de gegevens van de bestuurder van het voertuig in. Hiervoor kijken ze naar het rijbewijs. Vak 10: De partijen duiden aan waar het voertuig eerst werd geraakt door middel van een pijl. In dit geval betreft het een kop-staartbotsing. Vak 11: De partijen noteren de zichtbare schade aan hun voertuigen. Bij de eerste partij gaat het bijvoorbeeld om beschadiging aan de achterbumper, terwijl het bij de aanrijder om schade aan de voorbumper gaat. Vak 12: Hier zetten de partijen een kruis bij de betreffende vakjes. Belangrijk om weten: het gaat om situaties die voor jou van toepassing zijn en het gaat dus niet om wat voor de tegenpartij van toepassing is. Indien een situatie niet van toepassing is, zet je geen kruisje. De aangereden bestuurder zal dan ook vak 1 (“stond stil”) aanvinken. Hij noteert onderaan ‘1’ bij de vermelding van het aantal aangekruiste vakjes. De andere bestuurder dient vakjes 8 (“botste op achterzijde, rijdend in dezelfde richting en op dezelfde rijstrook”) en 17 (“lette niet op het voorrangsteken of op het rode licht”) aan te kruisen. Hij noteert onderaan “2”. In dit geval betwist de bestuurder echter dat hij niet lette op het voorrangsteken en dat de andere bestuurder voor een rood stoplicht stond. Hij weigert dan ook vakje 17 aan te vinken. Vak 13: Maak een situatieschets van de aanrijding. Teken ook de aanwezigheid van het stoplicht en noteer de straatnamen en de posities van de voertuigen. Het is belangrijk dat jullie het eens zijn over de schets. Vak 14: De partijen geven hun opmerkingen aan. De eerste bestuurder zal aangeven dat hij zich voor een rood licht bevond, maar dat dit betwist wordt door de andere bestuurder. De andere partij, die dat betwist, kan dat eveneens aangeven. Eventueel kan hij daar ook aangeven dat hij geen verwondingen opmerkt bij de eerste bestuurder. Vak 15: In dit geval zijn de partijen het niet eens over de door elkaar geschetste toedracht. Daarom plaatsen ze dan ook geen handtekening op het formulier: ze erkennen alle twee geen vorm van aansprakelijkheid.

Verder verloop van het dossier

Hierna bezorgt de aangereden bestuurder het Europees Aanrijdingsformulier aan zijn verzekeraar. Uiteraard nam hij eerst een kopie. Hij gaat ook meteen langs bij een arts die aangeeft dat hij te kampen heeft met een whiplash letsel. Daarom doet hij beroep op SAP Letselschade Advocaten die de aansprakelijkheidsbetwisting van de andere partij zal weerleggen. Uiteraard nemen wij vervolgens ook de verdere afhandeling van het schadedossier op ons. Gelet op het feit dat de andere bestuurder aansprakelijk is, dient hij eveneens de rechtsbijstandskosten te betalen. De eerste bestuurder ontvangt van ons dan ook geen enkele factuur.