Aansprakelijkheid met een e-bike: gunstige aansprakelijkheidsregels?

Aansprakelijkheid met een e-bike: gunstige aansprakelijkheidsregels?

Bij een aanrijding tussen een wagen en een fiets, biedt artikel 185 Wegenverkeerswet vaak een gunstige bescherming voor de fietser. Dat is overigens (bijna) altijd het geval voor een verkeersongeval waar gemotoriseerde voertuigen en niet-gemotoriseerde voertuigen bij betrokken zijn. De e-bike is echter een buitenbeentje. De vraag die zich hier dan ook opdringt: moeten we zo’n e-bike zien als een motorrijtuig of toch eerder gelijkstellen met een niet-gemotoriseerde fiets? In de praktijk moeten we een belangrijke tweedeling maken. Soms zal een e-bike immers gekwalificeerd worden als fietser, terwijl andere keren een kwalificatie als motorrijtuig volgt. Belangrijk, want verkeersongevallen met e-bikeskomen steeds vaker voor.

E-bike met snelheid ≤ 25 km/u

Gaat het om een e-bike met loutere trapondersteuning (de fiets kan niet zelfstandig rijden), dan zijn de aansprakelijkheidsregels afhankelijk van de maximale snelheid van de e-bike. Indien de e-bike een maximale snelheid heeft van 25 km/uur, wordt het gezien als een gewone fiets. In dat geval kan de beschermingsregeling van artikel 185 Wegenverkeerswet ingeroepen roepen worden. Althans, indien voldaan is aan de voorwaarden. Ongeval met een gemotoriseerd voertuig: Indien voldaan is aan de voorwaarden van artikel 185 WvW, is de bestuurder van het gemotoriseerd voertuig aansprakelijk voor 50 % van de schade. Ongeval met een niet-gemotoriseerd voertuig: Aansprakelijkheidsverdeling volgens de klassieke aansprakelijkheidsregels.

E-bike met snelheid > 25 km/u

Heeft de e-bike echter een maximale snelheid hoger dan 25 km/u? Dan wordt de e-bike gezien als een motorrijtuig. In dat geval is artikel 185 Wegenverkeerswet niet van toepassing. Tenzij het zou gaan om een aanrijding met een gewone fietser: dan kan dat artikel zelfs in het nadeel spelen van de e-bikebestuurder! Ongeval met een gemotoriseerd voertuig: Aansprakelijkheidsverdeling volgens de klassieke aansprakelijkheidsregels. Ongeval met een niet-gemotoriseerd voertuig: De bestuurder van het niet-gemotoriseerd voertuig kan artikel 185 Wegenverkeerswet inroepen. Indien voldaan is aan die voorwaarden, is de bestuurder van de e-bike steeds aansprakelijk voor 50 % van de schade (of 100 % van de schade indien het een ongeval betreft met een kind jonger dan 14 jaar).

Uitzonderingen mogelijk

Hoewel bovenstaande regels duidelijk en eenvoudig lijken, zijn er heel wat uitzonderingen denkbaar. Soms roepen deze bepalingen toch wel een vreemd ‘buikgevoel’ op, waardoor er misschien wel sprake kan zijn van een billijkheidscorrectie. En wat indien je de e-bike gebruikt tijdens de werktijd, bijvoorbeeld om pizza’s af te leveren? Iedere zaak vraagt een eigen beoordeling. Een belangenbehartiger kan het nodige voor jou onderzoeken. Kom daarom langs voor een gratis en vrijblijvend intake gesprek.