Letselschade door een zwerfkat, wie is aansprakelijk?

Letselschade door een zwerfkat, wie is aansprakelijk?

In Nederland is de bezitter aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn dieren. Maar wat indien een zwerfkat schade veroorzaakt? Denk bijvoorbeeld aan een overstekende straatkat die een fietser doet vallen of een ontstekende wonde achterlaat in het armpje van een achtjarig kind. Is er dan wel een bezitter? Wat met de vriendelijke buurvrouw die dagelijks een kommetje melk klaarzet voor diezelfde zwerfkat? Het is geen eenvoudige afweging, maar eerdere jurisprudentie schept duidelijkheid.

Principe: geen aansprakelijkheid voor zwerfkat

Aansprakelijkheid, dat is iets van mensen. Een kat, een duif of een overstekend hert aansprakelijk stellen? Dat kan in Nederland gelukkig niet. Hoe zou zo’n dier trouwens die schadevergoeding moeten ophoesten? Zouden ze het moeten bekopen met hun eigen leven en zou de vleeswaarde als schadevergoeding moeten dienen? Niet alleen is dat bij een kat geen optie, bovendien zou half Nederland terecht op hun achterste benen staan. Wie is dan wel aansprakelijk voor het dier? Dat is steeds een mens. Concreter: de bezitter van het dier. Heeft het dier geen bezitter? Dan is er in principe geen sprake van aansprakelijkheid.

Tenzij er sprake is van inbezitneming van de zwerfkat

Bij letsel door dieren moeten we dus op zoek gaan naar een aansprakelijke derde. Opdat een derde aansprakelijk gesteld kan worden, zal er iemand de zwerfkat in zijn of haar bezit genomen moeten hebben. De vraag die we ons dus dienen te stellen: vanaf wanneer spreken we echt over een inbezitneming? Volstaat het dat de vriendelijke buurvrouw het beestje eten en drinken geeft? Of moet ze het ook in huis nemen? En moet ze bovendien naar de dierenarts gaan bij problemen? En wat gezegd over de 35 foto’s op haar Facebookpagina waarbij de kat vrolijk geniet van enkele liefdevolle strelingen? Ook de jurisprudentie ging eerder al op zoek naar de grenzen van de inbezitneming. Het dagelijks kommetje melk lijkt alvast niet te volstaan.

Wanneer is er sprake van inbezitneming van de zwerfkat?

In een eerdere uitspraak gaf het Hof Den Haag al aan dat er van inbezitneming sprake is indien de kat een deel werd van het huishouden. Het louter aantrekken van het lot van een zwerfkat, volstaat dus niet. Ook een enkel bezoekje aan de dierenarts om de kat nadien opnieuw vrij te laten, is onvoldoende. Het Hof geeft aan dat de verzorging immers “duurzaam moet gebeuren”. Bij de beoordeling van de duurzame verzorging van de zwerfkat moet rekening worden gehouden met de verschillende feiten en omstandigheden. Het kan bijvoorbeeld gaan om regelmatige dierenartsbezoeken, het langdurig eten geven, de aanwezigheid van een mand of het nemen van voorzieningen wanneer het gezin de kat enige tijd moet achterlaten. Het Hof gaf hierbij aan dat het “opbouwen van een zekere band” met de zwerfkat nog niet automatisch impliceert dat het gaat om een inbezitneming.

Aansprakelijk stellen na bewijs inbezitneming

Pas wanneer de inbezitneming bewezen kan worden, kunnen we de letselschade bij de bezitter verhalen. In dat geval rust immers een risicoaansprakelijkheid op de bezitter. Een fout hoeven we niet meer aan te tonen. Schade opgelopen ten gevolge van een kat en twijfel je of je de schade wel kan verhalen bij de (verzekeraar van de) verzorgers? Neem dan contact op met SAP Advocaten opdat wij de mogelijkheden kunnen onderzoeken. Om het toepasselijk samen te vatten: wij zullen alvast nooit als een kat om de hete brij heen lopen.