Letselschade na motorongeluk

Letselschade na motorongeluk

Ongeveer 1.400.000 Nederlanders zouden over een motorrijbewijs beschikken. Hierbij zouden er iets minder dan de helft een eigen (geregistreerde) motor hebben. In totaal zouden zij samen meer dan anderhalf miljard kilometer per jaar afleggen. Dat cijfer lijkt misschien hoog, maar in de praktijk rijdt een motorbestuurder jaarlijks toch veel minder kilometers dan pakweg een autobestuurder. Hierdoor bouwen zij minder routine op, wat de kans op een motorongeluk opnieuw verhoogt. Hieronder gaan wij in op twee scenario’s waarbij de motorbestuurder geen schuld treft aan het motorongeluk. Natuurlijk zal dat lang niet altijd het geval zijn.

Motorongeluk met een ander motorrijtuig

Onder motorrijtuig verstaan we, in de zin van de wet, een gemotoriseerd voertuig dat deelneemt aan het openbaar verkeer. Het gaat dus niet alleen om andere motoren maar ook om wagens, vrachtwagens of zelfs een scootmobiel. In dit geval zal de motorbestuurder zijn schade voor 100 % kunnen verhalen, gelet op het feit dat hij geen eigen schuld treft.

Motorongeluk met een niet-motorrijtuig

Ontstaat het motorongeluk door een zuivere fout van een niet-motorrijtuig, bijvoorbeeld een voetganger of een (trage elektrische) fiets? Dan zijn de regels gevoelig anders. Een en ander is afhankelijk van de concrete situatie en de vraag of degene die een fout beging al dan niet zelf (of zijn bezittingen) schade heeft geleden. Heeft die andere persoon geen schade geleden? Dan is er opnieuw recht op een schadevergoeding van 100 % van de schade. Is dat wel het geval? Dan treft de motorbestuurder steeds 50 % eigen schuld. Indien die derde bovendien jonger is dan 14 jaar, wordt dat cijfer verhoogd naar 100 %.

Iedere case is uniek

Bovenstaande onderverdeling toont het al aan: iedere zaak is uniek. Er moet dan ook steeds rekening gehouden worden met de concrete omstandigheden. Zo is er in de rechtspraak een tendens, althans wat de billijkheidscorrectie betreft, om zich bijvoorbeeld kritischer uit te spreken bij ongevallen met zwakkere gemotoriseerde verkeersdeelnemers. Het kan bijvoorbeeld gaan om een scootmobiel, maar ook een motorrijtuig geniet soms wel eens van zo’n gunstig ‘onderbuikgevoel’. Laat je daarom steeds bijstaan door een belangenbehartiger. Enkel zo kan een maximale schadevergoeding bekomen worden. Neem contact op met SAP Letselschade Advocaten voor meer informatie.