Dit zijn de belangrijkste oorzaken van aanrijdingen en verkeersongevallen

Elk jaar raken meer dan 400.000 personen bij een verkeersongeval betrokken. Meer dan een op vier verkeersdeelnemers belandt hierdoor op de spoedeisende hulp en honderden personen overlijden uiteindelijk aan hun verwondingen. Er zijn nog steeds te veel aanrijdingen en verkeersongevallen in Nederland en dat heeft verschillende oorzaken. Zo blijkt dat veel Nederlanders nog steeds te hard rijden, onder invloed van alcohol of medicijnen rijden of afgeleid zijn in het verkeer. Vermoeidheid, slechte wegen, onduidelijke verkeerssituaties en ongunstig weer spelen ook een rol. Tegelijkertijd zorgt de vergrijzing ervoor dat er meer ouderen aan het verkeer deelnemen, wat meteen ook de kans op een auto-ongeluk of een dodelijk ongeval vergroot. Hieronder hebben we het over de belangrijkste oorzaken van aanrijdingen en verkeersongevallen in Nederland.

Te hard rijden

In woonwijken is de grootste verkeerszorg te hard rijden. Buurtbewoners maken zich hier vaak grote zorgen over. Dat is niet onterecht, want te hard rijden is meteen ook de grootste oorzaak van aanrijdingen in de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom delen autobestuurders de weg met voetgangers, fietsers en jonge kinderen en daarom is de snelheid er beperkt. De snelheidslimiet bedraagt er 50 kilometer per uur en in woonwijken zelfs 30 kilometer per uur. Deze snelheidslimiet is er niet zomaar: een kind kan altijd op de weg rennen of een fietser kan plotseling afslaan en enkel bij een voldoende lage snelheid kan een autobestuurder hierop anticiperen.

Bovendien zijn de overlevingskansen van een voetganger groter als een auto traag rijdt. Bij een aanrijding aan 30 kilometer per uur heeft een voetganger 95% kans om de aanrijding te overleven. Bij een aanrijding aan 80 kilometer per uur is dat nog maar 5%. Als iedereen in plaats van 50 kilometer per uur 49 kilometer per uur zou rijden, schat men dat het aantal verkeersdoden al met 5,9% afneemt. Desondanks rijden nog te veel bestuurders net harder dan wat ze eigenlijk mogen.

Afleiding in het verkeer

Veel verkeersongevallen ontstaan door bestuurders die zijn afgeleid. Afleiding kan uiteenlopende oorzaken hebben. Verkeersdeelnemers zijn nog te vaak bezig met andere zaken dan hun taak in het verkeer. Er bestaan uiteenlopende bronnen van afleiding. In de eerste plaats gaat het om praten en luisteren, zoals het voeren van een gesprek met een passagier of het bellen achter het stuur. Ten tweede gaat het om omgaan met apparatuur, bijvoorbeeld door een smartphone of de autoradio te bedienen. Daarnaast zijn er nog talloze andere bronnen van afleiding, zoals eten achter het stuur, roken achter het stuur, dagdromen of uiterlijke verzorging. Het kijken naar reclameborden, voetgangers of andere ongevallen zijn ook bronnen van afleiding in het verkeer. Bij afleiding gaat het dus zeker niet alleen om technologiegerelateerde activiteiten.

afleiding in het verkeer is een opvallende oorzaak van achteropaanrijdingen, zowel in de bebouwde kom als bij files. Ook kunnen autobestuurders belangrijke signalen missen, zoals een voetganger die aanstalten maakt om over te steken. Ook verkeersborden en zelfs verkeerslichten kunnen door afleiding worden gemist. Autobestuurders kunnen dan ook maar beter afleiding voorkomen en zich op hun kerntaak focussen: de verkeerstaak. Schakel de smartphone op de vliegtuigmodus, kies één radiozender uit en gebruik bij voorkeur geen handsfree-apparaten. Ook voor andere verkeersdeelnemers geldt hetzelfde. Als voetganger is het bijvoorbeeld geen goed idee om naar muziek te luisteren tijdens het wandelen, daardoor kan je belangrijke signalen missen.

Geen voorrang verlenen

De voorrangsregels zijn heel duidelijk, maar toch worden deze regels vaak overtreden. Dit komt enerzijds omdat er bestuurders zijn die zich doelbewust niet aan de regels houden, bijvoorbeeld omdat ze gehaast zijn. Anderzijds komt het ook omdat er uitzonderingen op bestaan en omdat verkeersdeelnemers niet altijd even aandachtig zijn, waardoor autobestuurders niet weten dat ze voorrang moeten verlenen of net denken dat ze voorrang hebben. Vooral bij rotondes zonder haaientanden of voorrangsborden komt dit al eens voor. Daarnaast ontstaan er misverstanden omdat bestuurders afgeleid zijn of te snel rijden, waardoor ze voorrangstekens missen. Vaak liggen er dan ook verschillende redenen aan de basis van een auto-ongeluk.

Rijden onder invloed en vermoeidheid

Recente cijfers van het SWOV tonen aan dat rijden onder invloed nog steeds een belangrijke bron van verkeersongevallen is. Ongeveer 12% tot 23% van de verkeersdoden zou hiervan het gevolg zijn. Rijden onder invloed gaat niet alleen over alcoholgebruik, maar ook over drugs- en medicijngebruik. Sommige onderzoekers noemen vermoeidheid en slaperigheid even gevaarlijk als rijden onder invloed. Het is inderdaad zo dat rijden onder invloed en vermoeidheid ervoor kan zorgen dat bestuurders minder aandachtig zijn en een langere reactietijd hebben. Een slapeloze nacht kan daarbij vergeleken worden met een BAG (bloedalcoholgehalte) van 0,9 promille.

Rijden onder invloed kan daarenboven ook voor avontuurlijker en impulsiever rijgedrag zorgen, terwijl verkeerssituaties minder goed worden beoordeeld. Volgens het SWOV is het risico op een ongeval bij een BAG van 0,5 promille al 1,4 keer hoger dan bij iemand die nuchter rijdt. Bij een BAG van 1 promille is het ongevalsrisico vier keer hoger. Bij een BAG van 1,5 promille zelfs twintig keer. Ook bij fietsers stijgt het ongevalsrisico heel snel. Daarom wordt ook dronken fietsen streng bestraft.

Slechte wegen en onduidelijke verkeerssituaties

De Nederlandse wegen verkeren niet altijd in een opperbeste staat. Daarnaast kan de wegsituatie soms heel verwarrend zijn en kunnen er gevaarlijke verkeerssituaties optreden. Hierbij dragen verkeersdeelnemers een grote verantwoordelijkheid. Het is in de eerste plaats aan hen om gevaarlijke situaties op te merken en het eigen gedrag hierop aan te passen, bijvoorbeeld door trager te rijden als er putten in de weg zitten of wanneer het spekglad is. Toch gaat ook de wegbeheerder niet vrijuit. In sommige gevallen is de wegbeheerder namelijk aansprakelijk voor verkeersongevallen die ontstaan door een gevaarlijke situatie, bijvoorbeeld bij een scherpe bocht zonder enige waarschuwing.

De wegbeheerder kan niet altijd en overal aanwezig zijn en ieder gebrek meteen herstellen, waardoor het niet altijd mogelijk zal zijn om de wegbeheerder aansprakelijk te stellen. Of dit al dan niet een optie is, zoekt onze schade advocaat graag voor je uit. Als blijkt dat de wegbeheerder wel degelijk een fout heeft gemaakt, zal de letselschadespecialist een schadevergoeding voor jou claimen. Neem contact met ons op voor een eerste advies.

Reactie plaatsen