Fietsongeluk en letselschade claimen: wat moet je weten?

Fietsongeluk en letselschade claimen: wat moet je weten?

Fietsongeluk en letselschadeFietsongeluk en letselschade? Als fietser loop je extra risico wanneer je verongelukt. In tegenstelling tot in enkele andere Europese landen is er in Nederland geen wettelijke verplichting tot het dragen van een fietshelm. Wel erkent de Nederlandse wetgever het extra risico voor deze zwakkere weggebruikers. Dat laat zich in de praktijk vertalen in gunstige aansprakelijkheidsregelingen. Toch zijn zij lang niet altijd van toepassing. We maken een onderverdeling op basis van de verschillende ongelukken die op de Nederlandse wegen kunnen plaatshebben. Een fietsongeluk kan in een klein hoekje zitten, wees daarvan bewust en claim altijd je letselschade.

Fietsongeluk met een gemotoriseerd voertuig

Indien het gaat om een fietsongeluk waarbij een gemotoriseerd voertuig betrokken is, is de wetgeving alvast gunstig. Wel moet het dan gaan om een ongeluk op een voor het openbaar verkeer toegankelijke plaats. Toch kan ook een privéparking hieronder vallen, bijvoorbeeld indien er geen toegangscontrole plaatsvindt. Een en ander is afhankelijk van de leeftijd van de fietser.

De fietser is veertien jaar of ouder

Hier geldt in de eerste plaats het klassieke aansprakelijkheidsrecht. Indien het gemotoriseerd voertuig een fout beging, heb je dus gewoon recht op een volledige schadevergoeding. Indien het echter gaat om een fout van de fietser of om een vorm van gedeelde aansprakelijkheid, liggen de kaarten anders. Hier voorziet de wetgever immers een minimale schadevergoeding van 50 %. Indien er echter een eigen schuld is van pakweg 30 %, heeft de fietser nog steeds recht op een schadevergoeding van 70 % van de geleden en de toekomstige schade. De bestuurder van het gemotoriseerd voertuig kan zich echter wel nog beroepen op overmacht, maar dat is zelden eenvoudig. Hij moet dan immers aantonen dat het gedrag van de fietser zo onwaarschijnlijk was dat hij daar helemaal geen rekening mee diende te houden. Dat bewijzen is in de praktijk heel complex.

De fietser is jonger dan veertien jaar

Weet wel dat er een andere regeling geldt voor fietsers jonger dan 14 jaar. De wetgever is immers van oordeel dat zij over een minder uitgebreid verkeersinzicht beschikken en hierdoor extra beschermingswaardig zijn. Hier zal de fietser altijd 100 % van de schade kunnen claimen. Om aan die aansprakelijkheid te ontlopen, moet de bestuurder aantonen dat het kind de aanrijding opzettelijk heeft veroorzaakt. In het kader van een aangekondigde zelfmoordpoging kan dat misschien wel, maar in andere gevallen valt ook dat maar zeer moeilijk te bewijzen. Echter blijft het wel gewoon belangrijk om letselschade te claimen bij een fietsongeluk.

Wat bij een aanrijding door de fietser?

Uiteraard hoeft lang niet alleen de bestuurder van het gemotoriseerd voertuig een fout begaan hebben. Denk bijvoorbeeld aan een fietser die inrijdt op een stilstaande wagen. In dat geval kan de bestuurder de schade aan de wagen claimen bij de (verzekeraar van de) fietser. Wel moet de bestuurder bewijzen dat de fietser een fout beging. Om ook een volledige schadevergoeding te verkrijgen zal de bestuurder eveneens overmacht moeten aantonen. Gezien je als verkeersdeelnemer altijd moet anticiperen op fouten van fietsers, is dat ook hier niet zo eenvoudig. Verder gelden ook de klassieke aansprakelijkheidsregels met betrekking tot de eigen schuld en de gedeelde aansprakelijkheid.

Fietsongeluk met een niet-gemotoriseerd voertuig

Wanneer twee fietsers met elkaar in aanrijding komen, geldt de eerdere gunstige regeling niet. Dat is eveneens zo voor een ongeluk waarbij een fietser en een voetganger betrokken zijn. Hier moet beroep gedaan worden op de gewone aansprakelijkheidsregels. Fout, schade en causaal verband moeten aangetoond worden. Eventueel kan ook hier sprake zijn van een eigen schuld. Letselschade door een fietsongeluk wordt dus niet altijd vergoed. Hetzelfde geldt overigens voor fietsongevallen die niet onder voorgaand toepassingsgebied vallen, bijvoorbeeld omdat het ongeval niet plaatshad op een voor het openbaar verkeer toegankelijke plaats. Bij een ongeval op een privéparking kunnen dan ook al snel discussies ontstaan. Hier raden wij aan om altijd een advocaat onder de arm te nemen.

Bijzondere situatie bij sportwedstrijden

Bij sportwedstrijden is de situatie gevoelig anders. Tijdens een wielerwedstrijd vallen wel vaker deelnemers en daar is iedereen zich van bewust. Er is dan ook niet zomaar sprake van een fout door een andere deelnemer. In sommige gevallen kan er echter ook hier een schadevergoeding bekomen worden. Denk bijvoorbeeld aan een andere wielrenner die opzettelijk een vuistslag uitdeelt waardoor je zwaar ten val komt. Word je tijdens de wielerwedstrijd aangereden door een gemotoriseerd voertuig? Dan is ook hier een praktijkstudie noodzakelijk. Mogelijks kan naast de bestuurder immers ook de organisatie van het evenement aangesproken worden voor de opgelopen letselschade. De organisatie heeft immers een zorgplicht met betrekking tot de veiligheid van de wielrenners. Dat is ook zo indien je valt bij een botsing met een andere deelnemer of door controleverlies over het stuur: indien het parcours extreem gevaarlijk was en bijvoorbeeld een niet te verantwoorden obstakel of versmalling bevatte, kan de organisatie nog steeds aansprakelijk zijn voor de schade. Traint de wielrenner in zijn vrije tijd overigens op de openbare weg? Dan geldt de gewone wettelijke bescherming en wordt de wielrenner hier aanzien als een kwetsbare verkeersdeelnemer. Ook hier is een gemotoriseerd voertuig aansprakelijk voor minimaal 50% van de letselschade opgelopen bij het verkeersongeval.

Meer weten over fietsongeluk en letselschade?

Betrokken bij een fietsongeluk en de andere partij aansprakelijk stellen? Gaat het om een bijzondere situatie waarbij de wettelijke (gunstige) regeling mogelijks niet van toepassing is? SAP Advocaten zoekt het voor jou uit en kiest steeds voor de best aangewezen weg naar een eerlijke schadevergoeding. Neem contact met ons op voor een vrijblijvend intake gesprek.