Verkeersongeval, wie is er fout

Verkeersongeval, wie is er fout

Bij een verkeersongeval kan er soms aanzienlijke schade optreden. Het kan hierbij gaan om materiële schade aan bijvoorbeeld de wagen, maar evenzeer om psychische of fysieke schade. Naar Nederlands recht draagt iedereen in principe zijn eigen schade, tenzij een andere partij ‘aansprakelijk’ is voor die schade. Aan dat begrip ‘aansprakelijkheid’ is onlosmakelijk ook het begrip ‘fout’ verbonden. Grosso modo gesteld: wie de fout maakt, die moet de schade vergoeden. Wij zetten het uiteen aan de hand van verschillende praktische situaties.

Situatie 1: Een ongeval tussen gemotoriseerde verkeersdeelnemers

Ook hier blijft het uitgangspunt dat iedere partij moet opdraaien voor de eigen schade. Echter zal het bij een ongeval tussen twee verkeersdeelnemers al snel zo zijn dat minstens een van beide partijen een fout heeft gemaakt. Zo’n fout kan veel meer zijn dan een inbreuk op de wegreglementering (bijvoorbeeld het niet respecteren van een voorrangsregel), maar het kan ook een inbreuk zijn op een zogenaamde zorgvuldigheidsnorm. In dat laatste geval gaat het om een overtreding van ongeschreven recht. Zo zal je bijvoorbeeld bij dikke mist of een glad wegdek de snelheid moeten matigen. Het is in dergelijke gevallen dat er heel vaak heikele discussies ontstaan over de draagwijdte van die norm en of er al dan niet een fout begaan werd. Hier zal een goede letselschade advocaat onontbeerlijk zijn. Weet trouwens ook dat het lang geen zwart-witverhaal wezen moet. Zo kan het perfect dat zowel jij als de andere partij een fout begingen. Dan wordt uitgezocht in welke mate iedere fout bijdroeg aan het ongeval en zal de aansprakelijkheid (en dus ook de schade) gedeeld worden. Verkeersongeval, wie is er fout? Bij een verkeersongeval kan er soms aanzienlijke schade optreden. Het kan hierbij gaan om materiële schade aan bijvoorbeeld de wagen, maar evenzeer om psychische of fysieke schade. Lees hier wie er fout kan zijn met een verkeersongeval.

Situatie 2: Een ongeval tussen een gemotoriseerde- en niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer

De Nederlandse wetgeving biedt een verregaande bescherming aan niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers, maar toch wordt het ongeval niet helemaal losgekoppeld van het foutbegrip. We moeten een onderscheid maken tussen de situatie waarbij de zwakke weggebruiker al dan niet jonger is dan 14 jaar. Gaat het om een voetganger of fietser jonger dan 14 jaar, dan zal de bestuurder altijd aansprakelijk zijn voor 100 % van de schade van het kind. Hier geldt één uitzondering: indien het kind het ongeval zelf veroorzaakt heeft. We denken bijvoorbeeld aan een kind die van een brug op de autosnelweg springt in het kader van een wanhoopsdaad. Toch blijft ook in het andere geval het foutbegrip belangrijk: kan de bestuurder aantonen dat hem niets te verwijten valt én dat het kind een fout beging? Dan kan de bestuurder zelf een vergoeding krijgen voor de fysieke, psychische of materiële schade ten gevolge van het ongeval. Is de niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer ouder dan 14 jaar, dan is de wetgeving een stuk malser voor de bestuurder. Nu zal de bestuurder nog moeten opdraaien voor 50 % van de schade van de zwakke weggebruiker en zal de andere 50 % openvallen voor verdeling op basis van de aansprakelijkheid en de fout van beide partijen. Op basis van de fout van de voetganger of fietser kan de bestuurder ook hier een deel van zijn schade vorderen.

Situatie 3: Eenzijdig ongeval

Bij een eenzijdig ongeluk is het in 99 % van de gevallen zo dat je zelf opdraait voor de schade. Meestal beging je als bestuurder zelf een fout. Toch hoeft dat lang niet zo te zijn: de fout kan bijvoorbeeld ook gelegen zijn aan een gebrekkige markering, een slecht onderhouden wegdek of een defect aan een nieuwe wagen. In al die gevallen kan eventueel alsnog een aansprakelijke aangeduid worden, gaande van de wegbeheerder tot de garagist of de producent. Weet dat een passagier die schade oploopt ten gevolge van een eenzijdig ongeval ook de fout van de bestuurder of een externe partij kan inroepen om zijn schade te laten vergoeden.

Situatie 4: Aanrijding met een overstekend dier

Een bijzonder geval is de aanrijding van een dier. Een overstekend dier kan dan misschien wel onoplettend zijn, maar toch spreken we niet van een fout. Logisch, want een zebra hoeft heus niet te weten dat hij op een zebrapad oversteken moet en een stier zal lang niet blijven wachten tot het licht groen wordt. Toch kan er nog steeds sprake zijn van een fout. Die fout bevindt zich dan bij de bewakingsplicht van de eigenaar. Stel bijvoorbeeld dat een wolf ontsnapt uit het Dierenpark Amersfoort en dat een bestuurder het op hol geslagen beest aanrijdt. In dat geval zal een letselschade advocaat te Amersfoortal snel met de vinger wijzen naar het dierenpark: zij hebben immers niet voldaan aan hun bewakingsplicht en begingen dus een fout.

Conclusie: geen eenvoudige materie

Het foutbegrip is enkel eenvoudig indien het ook gaat om een klare en duidelijke situatie. Het verkeer is chaotisch, onduidelijk en bevat heel wat deelnemers. Het is niet altijd even eenduidig te zeggen welke partij een fout beging en in welke mate verschillende fouten bijgedragen hebben tot de schade. Nochtans is het antwoord op deze vraag van cruciaal belang voor de verdeling van de aansprakelijkheid tussen de verschillende partijen. Zonder aansprakelijke is er ook geen schadevergoeding. SAP letselschade advocaten behartigt de belangen van de slachtoffers, gaat op zoek naar eventuele fouten en zal een aansprakelijke aanduiden ter vergoeding van de opgelopen schade. En in de tussentijd kan jij je focussen op het belangrijkste: genezen en beter worden.   Lees ook: Hoe groot is de kans op een verkeersongeval? Hoe te handelen bij een verkeersongeval? Wat is een verkeersongeval? Wanneer gebeuren de meeste verkeersongevallen? Smartengelden berekenen na een verkeersongeval Letselschade na een verkeersongeval: wat moet je weten? Verkeersongeval met een fietser Verkeersongeval met een auto Verkeersongeval met een motorrijder