Letselschade na een vliegtuigongeval

Letselschade na een vliegtuigongeval

Bij een vliegtuigongeval hoort bijna altijd letselschade. Dat is ook logisch: terwijl vliegtuigongevallen een uitzondering vormen is de impact vaak gigantisch. Het probleem bij vliegtuigongevallen is heel vaak het bekomen van een schadevergoeding, zeker gelet op de internationale sfeer en de vele praktische problemen.

Verdrag van Montreal

In het zogenaamde Verdrag Montreal wordt gesteld dat het vervoer aansprakelijk is voor de schade van het lichamelijk letsel. De enige manier om onder deze verplichting uit te komen, is het bewijzen dat de passagier ook zelf de schade heeft veroorzaakt of daaraan heeft bijgedragen. Als brave passagier die op z’n stoel bleef zitten en z’n veiligheidsgesp vastklikte, hoeft zo’n uitzonderingsgrond natuurlijk geen toepassing te hebben. Anderzijds is er nog een tweede uitzonderingsgrond met een maximale beperking indien zijn schade niet te wijten was aan zijn schuld of nalatigheid (bv. door de schuld van een terrorist). Dankzij de omzetting in nationaal recht blijf je echter, onder bepaalde voorwaarden, recht hebben op een voorschot. Is het Verdrag van Montreal niet van toepassing? Dan kan mogelijks een beroep gedaan worden op andere verdragen zoals het Verdrag van Warschau. Ook het Haags Protocol kan soelaas bieden. Weet trouwens dat in sommige gevallen (bv. een ontwerpfout) de fabrikant van het vliegtuig aansprakelijk kan gesteld worden. Dat het claimen van letselschade na een vliegtuigongeval niet eenvoudig is, dat staat natuurlijk vast. We gaan verder met twee voorbeelden.

Voorbeeld 1: Vliegtuigramp Turkish Airlines te Schiphol

In 2009 stortte een vliegtuig van Turkish Airlines neer te Schiphol. Er vielen negen doden en er waren maar liefst 86 gewonden te noteren. De Onderzoeksraad noteerde toen dat de schuld voor het vliegtuigongeval niet bij een derde lag, waardoor de vliegtuigmaatschappij Turkish Airlines aansprakelijk gesteld werd. Door beroep te doen op de verschillende aangehaalde verdragen kon een ruime schadevergoedingbekomen worden voor het lichamelijk letsel. Aangezien psychische letsels, zoals PTSS hier niet in voorkwamen, moest Turkish Airlines die schade echter niet vergoeden. In dit geval werd ook de vliegtuigfabrikant (Boeing) aansprakelijk gesteld. Dat was belangrijk aangezien op die manier wél een schadeclaim opgesteld kon worden voor de psychische schade.

Voorbeeld 2: Vliegtuigramp Malaysia Airlines (MH 370)

We halen dit voorbeeld aan omdat het om een unieke ramp gaat waarbij het wrak tot op heden nog steeds niet gevonden is. Hier gaat het anderzijds niet om de schadevergoeding voor letselschade, maar wel om (morele) schadevergoedingen ten behoeve van de nabestaanden. In dit geval kregen de nabestaanden allerhande voorschotten waarmee ze hun reiskosten konden betalen en eventuele verliezen aan inkomen konden compenseren. Aangezien de zwarte dozen echter nog niet zijn gevonden konden er geen hogere schadevergoedingen gevraagd worden van de luchtvaartmaatschappij en kon er ook geen fout in het ontwerp aangetoond worden (aansprakelijkheid producent).