Werkstress in onderwijs en zorg
17 april 2015 
in Blog

Werkstress in onderwijs en zorg

Eind vorig jaar stond de werkdruk centraal in de week van de werkstress (www.checkjewerkstress.nl). Dit was een initiatief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Deze aandacht voor werkdruk is onderdeel van het traject “Hoofdlijnen aanpak psychosociale arbeidsbelasting” (afgekort met PSA) dat is uitgezet door het Ministerie van SZW.[1] De aanpak loopt van april 2014 tot april 2018. Het eerste jaar van de aanpak staat werkdruk centraal, maar blijft aandachtspunt tot aan het einde van het traject omdat werkdruk zowel door werkgevers als werknemers het hoogst gerapporteerde arbeidsrisico is.[2]

Werkstress belangrijke oorzaak arbeidsongeschiktheid

Dat stress op het werk een belangrijk probleem is en een belangrijke oorzaak voor arbeidsongeschiktheid blijkt ook het de cijfers van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). In oktober 2014 werd door het NCvB gerapporteerd dat er drie belangrijke categorieën beroepsziekten zijn: psychische aandoeningen, aandoeningen aan het houding- en bewegingsapparaat en gehoorschade. Bij psychische aandoeningen gaat het om 94 per honderdduizend werknemers per jaar.[3]

Onderwijs en zorg

Bij de aanpak van psychosociale arbeidsbelasting zoals de minister dat voorstaat ligt naast een algemene aanpak, gericht op alle sectoren, de focus in eerste instantie op de ‘hoogrisicosectoren zorg en onderwijs’.[4] Als de minister zo duidelijk deze twee sectoren in het vizier heeft, dan kan het niet anders of dat heeft invloed op het ‘kenbaarheidsvereiste’ zoals dat wordt gehanteerd bij de beoordeling van aansprakelijkheid van de werkgever voor psychische letsel, in het bijzonder burn-out. Dat kenbaarheidsvereiste houdt in dat een werknemer bij de werkgever aan de bel moet trekken wil de werknemer de werkgever een verwijt kunnen maken dat deze te weinig heeft gedaan om de werkdruk te verlagen. Dat tijdig aan de bel trekken hoeft niet als het de werkgever zelf op andere manieren duidelijk moet zijn dat de werkdruk te hoog is. Als de minister zo duidelijk waarschuwt dan moeten de werkgever in de zorg en het onderwijs extra alert zijn op uitval dor werkdruk.

Voorbeeld

Een goed voorbeeld van uitval in de zorg als gevolg van een te hoge werkdruk is de zaak van de verpleegkundige op de afdeling Spoedeisende hulp van een ziekenhuis (Rivas). Er was in dit werk sprake van veel piekbelasting, te weinig administratieve ondersteuning, te weinig aandacht voor werkdruk en ook ontbrak er een RI&E. De werkgever had niet alleen duidelijke signalen van de werkneemster zelf genegeerd, maar ook van haar verzekeraar MediRisk, de bedrijfsarts en de Arbeidsinspectie. De voor deze werkneemster (te) hoge werkdruk was volgens het Hof Den Haag voldoende kenbaar voor de werkgever. Het hof oordeelde vervolgens dat de werkgever, door ondanks deze kenbaarheid geen passende maatregelen te treffen, aansprakelijk was voor de schade.[5]

Extra aandacht voor de beginnende leraar

Als een werkgever bekend is of behoort te zijn met werkdruk in zijn sector, zoals dat het geval is in de zorg en het onderwijs, dan moet een werkgever extra alert zijn op de mogelijke risico’s op uitval door die hoge werkdruk. Hij kan dan niet achteroverleunen en afwachten tot een overbelaste werknemer zich bij hem meldt.[6]

Voor wat betreft het onderwijs geldt dat in het bijzonder voor de beginnende leraar. Bij brief van 14 november 2014 heeft de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dekker, kamervragen beantwoord in verband met vragen over stress onder beginnende docenten.[7] Deze Kamervragen werden gesteld naar aanleiding van het proefschrift van L. Gaikhorst uit oktober 2014 over dit onderwerp.[8] Een intensieve begeleiding van beginnende leraren zorgt er voor dat zij zich vaardigheden als klassenmanagement, omgang met verschillen in de klas, omgang met ouders in de praktijk en dergelijke sneller eigen maken waardoor ze met meer plezier en zelfvertrouwen voor de klas staan. Mevrouw Gaikhorst heeft ook een speciaal ‘Meesterschap’ programma ontwikkelt voor scholen voor de begeleiding van beginnende docenten. Hier is dus sprake van een voor de werkgever “kenbaar” probleem met een vrij duidelijk te definiëren zorgverplichting in de zin van art. 7:658 BW.

[1] Zie de brief van Minister Asscher van 20 december 2013 aan de Tweede Kamer en daarvoor de Kamerbrief van 13 mei 2014 inzake: Voortgang programma Duurzame Inzetbaarheid.

[2] In de in noot 2 genoemde brief van 13 mei 2014 wordt gewezen op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), bron: NEA 2013 TNO/CBS.

[3] Zie: www.beroepsziekten.nl

[4] Zie noot 2, brief 20 december 2013, p. 3.

[5] Hof Den Haag 27 september 2011, JAR 2011/276 (Armstrong/Rivas)

[6] Zie ook J.F. Roth https://www.sapadvocaten.nl/aansprakelijkheid-van-de-werkgever-voor-burn-out/

[7] Kamerstuk: Kamervragen 14-11-2014: Beantwoording Kamervragen over het bericht dat beginnende docenten veel stress ervaren (693908).

[8] L. Gaikhorst, Supporting Beginning Teachers in Urban Environments, proefschrift 29 oktober 2014 (UVA).

Uw verhaal samen met ons bespreken?

Dat kan geheel vrijblijvend!

Tijdens dit gesprek delen wij graag onze kennis en overleggen we de aanpak.

Indien nodig stappen we voor u naar de rechter.