Bijna 20 jaar na dato

AD

Bijna twintig jaar na dato bekent frater Eugenius van Dongen de toen 11-jarige Remco seksueel te hebben misbruikt. Tegenover de politie ontkende hij dit in 1997 nog stellig, met als gevolg dat hij niet voor de rechter hoefde te verschijnen. Zijn bekentenis zal hem niet meer in de cel doen belanden; De zaak is nu verjaard.

,,Onrecht,’’ zo voelt Remco het. Via letselschadeadvocaat Martin de Witte probeert hij alsnog genoegdoening te krijgen.

Frater Eugenius, inmiddels 86 jaar, was hoofd van de basisschool in het Brabantse Goirle waar Remco op zat. ,,Door allerlei problemen was ik blijven zitten in de vijfde klas. In het begin van het daarop volgende schooljaar nam frater Eugenius mij apart. Hij zei: ik heb er alle vertrouwen in dat je je diploma gaat halen.

Dat vond ik aardig van hem. Daarna werd ik keer op keer bij hem geroepen voor allerlei klusjes, voor het kopiëren van stencils, of voor het wegbrengen van de opbrengst van het wekelijkse filmmatinee. Tijdens die ontmoetingen is het misbruik begonnen. Ik moest hem bijvoorbeeld aftrekken of hij reed tegen mij op. Het kwam ook tot verkrachting. Dat heeft anderhalf jaar geduurd, meestal een tot twee keer in de week, maar soms ook elke schooldag.”

Halverwege de zesde klas (groep acht) stopt het misbruik volgens Remco plots. ,,Ik werd aan de kant geschoven. Waarom? Tot op de dag van vandaag heb ik daar geen idee van. Andere jongens moesten ineens de klusjes doen die ik altijd deed. Of hij die ook heeft misbruikt, weet ik niet zeker. Dat is alleen een vermoeden.”

Frater Eugenius is zeer actief in Goirle. Naast zijn functie als schoolhoofd, speelt hij een grote rol in het verenigingsleven. Voor zijn intrede was er wel een liefde, zo blijkt uit een documentaire in 2007. Maar hij besloot toch zijn intrede te doen bij de Fraters van Tilburg.

Remco houdt jarenlang zijn mond dicht. Tot hij 23 jaar wordt. ,,Toen heb ik het mijn ouders verteld. Het was al mis met me. Ik was bot, recalcitrant en het ging steeds slechter. Ik werd een stevige drinker. En het was duidelijk dat ik hulp nodig had.”

Na anderhalf jaar in een dagbehandelcentrum te hebben gezeten, doet Remco in oktober 1997 uiteindelijk aangifte bij de politie. Die besluit onderzoek in te stellen. Maar in de daaropvolgende zomer ontvangt hij een zogeheten sepotbrief van het Openbaar Ministerie. Die instantie ziet af van vervolging wegens gebrek aan bewijs. ‘De officier van justitie is van oordeel dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat frater E met u ontucht heeft gepleegd (…) Frater E ontkent ten stelligste ooit met u ontuchtige handelingen te hebben gepleegd (…).’

Remco moet nog dertien jaar wachten op een bekentenis, zo blijkt nu. Op 12 mei van dit jaar ondertekent frater Eugenius in het bijzijn van Remco en andere getuigen een verklaring, waarin staat dat hij toegeeft Remco in 1981 en 1982 seksueel te hebben misbruikt. ,,Dat is mijn handtekening,” bevestigt de frater tegenover deze krant. ,,Een moment van zwakte. Nu heb ik rust,” is het enige wat hij kwijt wil. Op andere vragen gaat hij niet in.

,,Die confrontatie met hem was spannend,” blikt Remco terug op de ontmoeting met frater Eugenius. Hij schetst: ,,Hij stak zijn hand uit, maar daar ben ik niet op ingegaan. Daarna zat ik recht tegenover hem. Ik bleef hem constant aankijken en ik zag dat hij zich steeds ongemakkelijker voelde. Toen kwam de grote vraag, waarop hij grif toegaf mij seksueel te hebben misbruikt. Hij zei daarbij nog: ‘Als je wil dat ik je help…’ Verder kwam de zin niet, want de overste, Broer Huitema kapte hem direct af met: ‘Je hebt niks te willen’. Het ging zo vlot. Onwerkelijk. Een dubbel gevoel. Enerzijds de opluchting, de erkenning. Anderzijds het gevoel van jarenlang onrecht.”

Frater Eugenius maakt deel uit van de Fraters van Tilburg, een katholieke orde die dit jaar al vaker in opspraak is geraakt in het misbruikschandaal van de katholieke kerk. Tientallen fraters zouden zich hieraan schuldig hebben gemaakt, vooral in het blindeninstituut St. Henricus in Grave, in De La Salle in Boxtel, een instituut voor zwakbegaafde jongeren en in Huize Nazareth.

Broer Huitema, de hoogstverantwoordelijke van deze congregatie, is aangeslagen door alle verhalen. Via een open brief in de media schreef hij dat eerder van het misbruik te hebben geweten; fraters zijn daarop uit de buurt van kinderen gehouden en op een administratieve functie gezet. Huitema wist tot voor kort alleen niet dat het op zo’n grote schaal voorkwam.

Hij heeft de confrontatie tussen Remco en frater Eugenius begeleid. ,,Voor zover ik nu weet was Remco zijn enige slachtoffer. Er hebben zich geen anderen gemeld die zijn naam hebben genoemd.”

Inmiddels heeft Huitema met 15 slachtoffers gesproken en er staan nog een paar afspraken op de agenda. ,,In die kwesties zijn de betreffende fraters allemaal al overleden. Remco had wat dat betreft geluk. Ik moedig net als de commissie Deetman aan daders die nog wel in leven zijn zich te melden. Ik kan me voorstellen dat ze met zichzelf in het reine willen komen, al zullen er genoeg zijn die het geheim hebben meegenomen in hun graf.”

Door de verjaring en daar zijn ontkenning tegenover de politie in 1997 geen verklaring onder ede was, kan er strafrechtelijk niets meer tegen de frater worden ondernomen.

Remco laat het daar niet bij zitten. Zijn letselschadeadvocaat Martin de Witte heeft de Fraters van Tilburg inmiddels aansprakelijk gesteld. Remco heeft ook een klacht ingediend bij Hulp en Recht, de katholieke instantie die misbruikzaken behandelt. Daarnaast heeft de commissie Deetman de ondertekende verklaring met de bekentenis van Frater E. en het verhaal van Remco ontvangen.

Broer Huitema zegt het oordeel af te wachten van Hulp en Recht.

Uw verhaal samen met ons bespreken?

Dat kan geheel vrijblijvend!

Tijdens dit gesprek delen wij graag onze kennis en overleggen we de aanpak.

Indien nodig stappen we voor u naar de rechter.