Verruiming vrije advocaatkeuze bij rechtsbijstandverzekering

Meningsverschillen met de rechtsbijstandverzekeraar over bijvoorbeeld de juridische haalbaarheid van een zaak of de vrije advocaat keuze komen regelmatig voor. Om de verzekerde te beschermen zijn Europese richtlijnen opgesteld waaruit blijkt wanneer de verzekerde recht heeft op vrije advocaat keuze en de rechtsbijstandverzekering moet voorzien in een geschillenregeling. Nederland heeft de regels uit deze richtlijnen verankerd in artikel 4:67 en 4:68 van de Wet op het financieel toezicht (Wft).

Vrije advocaat keuze

Artikel 4:67 Wft bepaalt dat de rechtsbijstandverzekeraar ervoor moet zorgen dat in de verzekeringsovereenkomst uitdrukkelijk wordt bepaald dat het de verzekeringnemer vrij staat een advocaat of een andere rechtens bevoegde deskundige te kiezen:

  1. om zijn belangen in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen; of
  2. indien zich een belangenconflict voordoet.

Het is een misverstand dat op kosten van de rechtsbijstandverzekeraar voor ieder juridisch geschil een vrije advocaat keuze geldt. Vrijwel alle rechtsbijstandverzekeringen worden afgesloten op basis van een zogeheten ‘naturapolis’, zoals bedoeld in artikel 7:926 Burgerlijk Wetboek. Dat betekent dat de verzekeraar anders dan in geld uitkeert. Dat wil zeggen dat de rechtsbijstandverzekeraar in beginsel niet de kosten van een advocaat vergoedt, maar dat de verzekeraar de verzekerde voorziet van rechtshulp. De verzekerde wordt daarom doorgaans bijgestaan door een jurist of advocaat die bij de rechtsbijstandverzekeraar werkzaam is of door een schaderegelingskantoor die de rechtsbijstandverzekeraar aanwijst. Alleen in de gevallen uit artikel 4:67 Wft geldt een vrije advocaat keuze. Maar wat valt er nu onder een gerechtelijke of administratieve procedure zoals in artikel 4:67 Wft is beschreven?

Omdat artikel 4:67 Wft is opgesteld op basis van Europese richtlijnen, is het aan het Europese Hof van Justitie om hier duidelijkheid over te verschaffen. Eerder al werd duidelijk dat het erop neer komt dat met een gerechtelijke of administratieve procedure doorgaans een procedure wordt bedoeld waarvoor (op basis van de wet) verplichte procesvertegenwoordiging geldt. In 2013 voegde het Hof hieraan toe dat dat de vrije advocaat keuze ook geldt wanneer er geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt. En in 2016 voegde het Hof hieraan toe dat de vrije advocaat keuze niet alleen geldt voor procedures bij een rechterlijke instantie in eigenlijke zin (zoals de rechtbank of het gerechtshof), maar ook bij administratieve procedure’s bij een bestuursorgaan, zoals bij het UWV.

Nieuwe verruiming vrije advocaat keuze

Op 14 mei 2020 verruimde het Europese Hof van Justitie de vrije advocaat keuze nog verder, nadat hierover een prejudiciële vraag is gesteld door het Belgische Grondwettelijk Hof.

Het Europese Hof van Justitie maakte duidelijk dat elke fase die kan leiden tot een procedure bij een rechterlijke instantie, zelfs een voorafgaande fase, onder het begrip ‘gerechtelijke procedure’ valt. Volgens het Hof volgt uit deze ruime uitleg dat een buitengerechtelijke bemiddelingsprocedure óók onder het begrip ‘gerechtelijke procedure’ valt en dat ook dan een vrije advocaat keuze geldt. Een buitengerechtelijke bemiddelingsprocedure (zoals mediation) kan volgens het Hof namelijk net als een gerechtelijke procedure in eigenlijke zin (zoals bij de rechtbank of het gerechtshof), de rechtspositie van de verzekerde definitief vaststellen zonder dat er een reële mogelijkheid bestaat om deze positie te wijzigen door middel van een beroep in rechte. De verzekerde heeft dus ook in een buitengerechtelijke bemiddelingsprocedure behoefte aan rechtsbescherming. De belangen van de verzekerde worden volgens het Hof beter worden beschermd wanneer hij zich kan beroepen op de vrije advocaat keuze.

Geschillenregeling

Artikel 4:68 Wft bepaalt dat de rechtsbijstandverzekeraar ervoor moet zorgen dat in de verzekeringsovereenkomst uitdrukkelijk wordt voorzien in een scheidsrechterlijke procedure (geschillenregeling) om geschillen tussen de verzekerde en de rechtsbijstandverzekeraar op te lossen. Deze geschillen kunnen onder meer gaan over:

  • de (juridische) haalbaarheid van de zaak;
  • de aanpak van de zaak;
  • het aangaan van een minnelijke regeling/schikking;
  • de beslissing om geen gerechtelijke procedure te starten.

De geschillenregeling geeft de verzekerde doorgaans de mogelijkheid van een second opinion door een onafhankelijk derde. Dit zal vaak een advocaat zijn die de verzekerde zelf kiest. De rechtsbijstandverzekeraar vergoedt dan de kosten van de second opinion.

De verplichting om te voorzien in een geschillenregeling geldt volgens artikel 4:68 lid 2 Wft echter alleen voor het geval de verzekerde wordt bijgestaan door een jurist of advocaat in dienst van de rechtsbijstandverzekeraar of een door haar aangewezen schaderegelingsbureau. De geschillenregeling geldt dus niet in het geval al gebruik is gemaakt van de vrije advocaat keuze.

Overigens ziet de geschillenregeling niet op een meningsverschil over de vraag of een bepaald juridisch geschil van de verzekerde wel of niet onder de dekking van de rechtsbijstandverzekering valt. Voor een dergelijk meningsverschil kan de verzekerde terecht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) of een gerechtelijke procedure bij de civiele rechter starten.

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid)

Het Kifid is een klachtenloket voor personen die een klacht hebben over een financieel product of dienst van een verzekeraar of andere financiële dienstverlener. Het Kifid biedt een laagdrempelige en deskundige geschilbeslechting als alternatief voor de weg naar de rechter.

\Zoals omschreven kan de verzekerde bij een meningsverschil met de rechtsbijstandverzekeraar over de vraag of een geschil onder de polisdekking van de rechtsbijstandverzekering valt een klacht indienen bij het Kifid. Ook kan bij het Kifid een klacht worden ingediend wanneer de verzekerde meent dat voor diens geschil de vrije advocaat keuze geldt, maar de rechtsbijstandverzekeraar dit weigert.

In beide gevallen kan ook eerst een klacht worden ingediend bij het interne klachtbureau waar de meeste rechtsbijstandverzekeraars over beschikken. Wanneer de klacht daar niet naar tevredenheid wordt behandeld, kan alsnog een klacht bij het Kifid worden ingediend dan wel een civiele gerechtelijke procedure worden gestart.

Kwaliteitscode Rechtsbijstand

Rechtsbijstandsverzekeraars moeten dus aan zowel Europese wetgeving (richtlijnen) als nationale wetgeving voldoen. Daarnaast heeft het Verbond van Verzekeraars zelf ook regels opgesteld. De bij het Verbond aangesloten verzekeraars hebben zichzelf aan deze regels gebonden. Voor de rechtsbijstandsverzekering is in dat kader de Kwaliteitscode Rechtsbijstand opgesteld. Hierin is opgenomen wat de verzekerde van de rechtsbijstandverzekeraar mag verwachten. Zo staat hierin dat de verzekerde recht heeft op een voortvarende en professionele behandeling en de verzekerde mag rekenen op integere en vertrouwelijke behandeling. Wanneer de verzekeraar de regels uit de Kwaliteitscode Rechtsbijstand overschrijdt, kan de verzekerde een klacht indienen bij de Tuchtraad Financiële Dienstverlening, die is ingesteld door het Verbond van Verzekeraars.

Auteur: Susanne Fijen