Smartengeld: De knellende werking van de Smartengeldgids

De discussie over de hoogte van het smartengeld in Nederland neemt toe. De letselschadeslachtoffers en hun belangenbehartigers vinden al jaren dat de vergoedingen die worden betaald voor het leed te laag zijn. Ook de wetenschap en de rechterlijke macht pleiten al langer voor verhoging van de smartengeldbedragen, onder meer omdat Nederland in Europees verband behoorlijk achter loopt.

Hoewel de roep voor verhoging van de smartengeldbedragen steeds luider wordt, zie je in het overgrote deel van de zaken nog weinig veranderen. Voor een belangrijk deel heeft dat te maken met de opmerking van de Hoge Raad dat er bij vaststelling van de hoogte van het smartengeld ‘gekeken moet worden naar vergelijkbare gevallen’. Bij het bepalen van het smartengeld kijken rechters dan ook steevast in de zogenaamde Smartengeldgids. Deze gids, uitgegeven door de ANWB, houdt al meer dan 50 jaar bij welke bedragen rechters hebben toegekend. De meeste rechters voelen zich gebonden aan deze gids. Dit betekent dat als er geen rechters zijn die willen afwijken van hetgeen hun voorganger heeft toegekend, de bedragen gelijk zullen blijven.

Een mooi voorbeeld waaruit blijkt dat de rechter zich gebonden voelt aan de Smartengeldgids is het recente arrest van het Hof Arnhem van 5 april 2016. In deze stalkingszaak overweegt het Hof (ECLI:NL:GHARL:2016:2723) onder meer:

Onder de smartengelduitspraken (Smartengeldgids 20e druk 2015) valt er geen goed vergelijkbare zaak te vinden. (…) Alle in het tussenarrest en in dit arrest hiervoor vermelde omstandigheden in aanmerking genomen, oordeelt het hof naar redelijkheid en billijkheid een smartengeld verschuldigd van € 70.000,00.”

Dat lijkt een fors bedrag, zeker als je het vergelijkt met bijvoorbeeld zaken waarin er sprake is van (meervoudige) verkrachting. De smartengeldgids komt in die gevallen niet verder dan € 30.000,00. Hoe zou het Hof in deze zaak hebben geoordeeld als er in de smartengeldgids wel een vergelijkbare zaak had gestaan, en er daar maar € 10.000,00 zou zijn toegekend? Had het Hof dan gedurfd om het bedrag met een factor 7 te verhogen, of was het bedrag dan blijven steken?

Gelukkig laat niet iedere rechter zich leiden door de Smartengeldgids. Zo werd recentelijk door de Rechtbank Gelderland in een strafzaak een smartengeldbedrag van € 200.000 toegekend aan een slachtoffer die, als gevolg van een misdrijf, ernstig verbrand raakte (ECLI:NL:RBGEL:2015:6968). In een klap werd hiermee het record bedrag aan smartengeld in rechte, namelijk € 150.000,00, verbroken.

Ook buiten rechte worden er al geruime tijd schikkingen getroffen die ver af staan van de bedragen genoemd in de Smartengeldgids. Zo werd in een recente medische aansprakelijkheidszaak (slachtoffer werd niet geïnformeerd over de uitslag van haar kankeronderzoek, waardoor behandeling nu niet meer mogelijk is en zij zal overlijden) een bedrag van € 337.000,- aan smartengeld overeengekomen (zie NRC: https://www.nrc.nl/next/2015/11/20/ik-sterf-aan-medische-nalatigheid-1558532).

Natuurlijk is het zinvol om een overzicht te hebben van de smartengeldbedragen die worden toegekend. Zo’n overzicht mag de ontwikkeling van het smartengeld echter niet in de weg staan. Dit geldt niet alleen voor de smartengeldgids, maar ook voor elk ander lijstje.