Rb. Zutphen - 30 december 2009 (20%)

Aanrijding tussen een motorrijdster (S) en een bestelauto (A). A heeft een voorrangsregel overtreden. S heeft, voordat zij haar remmanoeuvre inzette, harder gereden dan de toegestane snelheid van 50 km/u. Hoeveel harder S heeft gereden is niet met zekerheid vast te stellen maar de rechtbank gaat uit van 12-20 km/u.  Er kan niet geoordeeld worden dat S zodanig hard heeft gereden dat A met een dergelijke snelheidsovertreding geen rekening meer hoefde te houden. Hij heeft zich er onvoldoende van vergewist of hij de manoeuvre (links afslaan) veilig kon uitvoeren zonder tegemoetkomende verkeer te hinderen.

Causale afweging:
30% (S) -70% (A)

Wegingsfactoren:
1. S 2. S 3. Andere omstandigheden:
B = Betriebsgefahr van bestelauto ten opzichte van motor.
D = S heeft een hoge dwarslaesie opgelopen en is voor de rest van haar leven rolstoelafhankelijk.

Hoogte b.c.
20%

Vergoedingsplicht na b.c.
10% (S) – 90% (A)