Rb. Midden-Nederland - 20 november 2013 (5%)

Aanrijding tussen een bromfiets (S) en een personenauto (A). A kwam uit een uitrit en wilde linksaf de weg opdraaien, welke een flauwe bocht naar links maakt. Haar zicht naar links werd verminderd door een boom en bestelbus. S kwam met een passagier achterop diezelfde weg oprijden. In de bocht heeft hij geen snelheid verminderd en is op de linkerzijkant van de auto gebotst en ten val gekomen. S reed 10 à 15 km/uur te hard. A heeft S geen voorrang verleend. A wist dat zij een gevaarlijke situatie creëerde, ingegeven door de slechte zichtbaarheid van het verkeer dat voor haar van links kwam.

Causale afweging:
25% (S) – 75% (A)

Wegingsfactoren:
1. n.v.t.
2. S 3. Andere omstandigheden:
B = bestuurders van een bromfiets hebben een aanmerkelijk groter risico op verwondingen dan bestuurders van een personenauto.
D = enkelluxatiefractuur, mogelijk blijvend letsel.
E = A is verzekerd tegen schade zoals die door S is geleden.

Hoogte b.c.
5%

Vergoedingsplicht na b.c.
20% (S) – 80% (A)