21-jarige student uit Groningen verlamd na schietpartij – wie dekt zijn schade?

In de nacht van 14 op 15 oktober werd een 21-jarige student uit Groningen neergeschoten. De student had op zaterdagavond gewerkt in de bioscoop en was daarna op stap geweest met vrienden. Als hij daarna naar huis fietst wordt hij aangesproken door drie mannen en stapt hij af. Daarna wordt de student aangevallen en plotseling beschoten. De student probeert te vluchten en wordt daarbij nog een aantal keer beschoten, onder meer in zijn rug. Inmiddels is duidelijk dat de jongen blijvend verlamd is en slachtoffer van een geweldsmisdrijf.

En zo ziet de toekomst er ineens heel anders uit.

De student zal na deze traumatische gebeurtenis ongetwijfeld een intensieve tijd van herstel tegemoet gaan. Een periode waarin naast medische behandelingen ook veel zorg nodig is van naasten. Of en wanneer hij daarna in staat zal zijn om zijn studie weer op te pakken, is waarschijnlijk nog niets over te zeggen. Verlamming betekent bovendien doorgaans levenslang zorg, en daarmee hoge kosten, die lang niet volledig door het sociale verzekeringsstelsel en de zorgverzekering worden vergoed. Wat betekent dit alles voor de toekomst van de student? En waar kan hij zijn schade verhalen?

Schade verhalen na een geweldsmisdrijf

Een letselschade slachtoffer van een geweldsmisdrijf heeft in Nederland grofweg drie mogelijkheden tot verhaal van zijn schade. Het slachtoffer kan zich voegen in het strafproces (art. 51f Sv.), een civiele vordering instellen tegen de dader of een beroep doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Mijn collega Ineke Roelandschap ging in haar blog – “Slachtoffer van een geweldsmisdrijf, plukken van een kale kip?” [1] al in op deze mogelijkheden. Zijn de belangen van een slachtoffer met dit huidige systeem dan goed gewaarborgd? Wat mij betreft niet. Aan ieder van de mogelijkheden om schade te verhalen kleven immers forse bezwaren.

Voegen in het strafproces

De mogelijkheid van een slachtoffer om zich te voegen in het strafproces biedt hem de kans zijn schade voor te leggen aan de strafrechter. Praktijk leert echter dat de nadruk in het strafproces ondanks wetswijzigingen[2] ligt op de veroordeling van de dader. In veel gevallen komt de strafrechter tot de conclusie dat een complexe schadevergoedingsvordering het strafproces onevenredig belast. De benadeelde partij wordt dan niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering, of een deel daarvan. Met name bij ernstig en blijvend letsel, is de begroting van (toekomstige) schade inderdaad vaak complex. Het is echter bij uitstek voor slachtoffers met omvangrijk letsel van belang dat zij hun schade succesvol kunnen verhalen en daar niet mee blijven zitten.

Schadefonds geweldsmisdrijven

Het Schadefonds Geweldsmisdrijven biedt slachtoffers een financiële tegemoetkoming, gebaseerd op de ernst van het letsel. De maximale vergoeding betreft een eenmalige uitkering van €35.000. Deze wordt onder meer toegekend bij een dwarslaesie op cervicaal of thoracaal niveau (=borsthoogte). De daadwerkelijke schade bij een dwarslaesie zal het bedrag van deze tegemoetkoming zeker overstijgen.

Civiele vordering

Het slachtoffer dat de dader civiel aanspreekt voor zijn schade, wordt geconfronteerd met twee problemen. Allereerst is er bij de dader zelf helaas vaak weinig te halen. Rechtstreeks verhalen op de dader is bovendien een langdurige en zowel financieel als emotioneel kostbare weg. Ten tweede heeft het aanspreken van de aansprakelijkheidsverzekeraar van de dader (art. 7:954 BW) doorgaans geen effect, nu schade als gevolg van een strafbaar feit door verzekeraars wordt uitgesloten via een zogeheten opzetclausule. De positie van een slachtoffer van een geweldsmisdrijf is daarmee evident ongunstiger dan een slachtoffer van bijvoorbeeld een verkeersongeval, dat beschikt over een eigen recht (art. 6 WAM) en waarbij de verzekeraar hem geen verweer uit de verzekeringsovereenkomst kan tegenwerpen (art. 11 WAM). Het resultaat van het huidige systeem is dan ook dat slachtoffers van geweldsmisdrijven regelmatig met een groot deel van hun schade blijven zitten.

Hoe kan dit anders?

Wijzigingen in het strafrecht de afgelopen jaren hebben onvoldoende verbetering gebracht. Het is dan ook tijd dat het systeem wordt herzien. Eerder dit jaar werd hiervoor een voorstel gedaan, waarbij slachtoffers en nabestaanden van ernstige misdrijven hun schade vergoed kunnen krijgen via de aansprakelijkheidsverzekeraar van de dader.[3] Een mooie en wenselijke oplossing. Hopelijk pakt de politiek het op zodat wij als samenleving waarborgen dat slachtoffers van geweldsmisdrijven niet langer in de kou blijven staan.

 

[1] https://www.sapadvocaten.nl/slachtoffer-geweldsmisdrijf-plukken-kale-kip/

[2] Per 1 januari 2011 trad de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces in werking. Hiermee werd het slachtoffer een zelfstandige procesdeelnemer in het strafrecht en zijn de rechten van het slachtoffer uitgebreid.

[3] A.J.J.G. Schijns, Naar een verzekerd slachtofferrecht, Effectief schadeverhaal van slachtoffers van misdrijven via het private verzekeringsrecht, Amsterdam 2017.