Vordering ex-roker afgewezen

Voor het eerst in Nederland heeft een rechtbank een uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van een tabaksfabrikant. Het gaat om de zaak van onze client de heer Römer tegen fabrikant British American Tobacco. De heer Römer is in 1957 begonnen met roken en in 1983 gestopt.

Veel verweren van de tabaksfabrikant heeft de rechtbank verworpen, voordat zij tot de kern van de zaak kwam. Moest BAT de heer Römer waarschuwen voor de gevaren van het roken? ‘Nee’ zegt de rechtbank, dat hoefde niet omdat het sinds 1963 algemeen bekend zou zijn dat roken ongezond is. De rechtbank vindt dat de tabaksfabrikanten laakbaar, ofwel afkeurenswaardig, hebben gehandeld door hun herhaalde publicaties waarin de gevaren van roken in twijfel werden getrokken. Maar de rechtbank vindt dat laakbare gedrag onvoldoende voor aansprakelijkheid van BAT voor de schade van de heer Römer.

Commentaar SAP Letselschade Advocaten op de uitspraak:

We willen voorop stellen dat het zeer prijzenswaardig is dat de heer Römer als eerste Nederlander de moed heeft gehad om een procedure aan te spannen tegen een tabaksfabrikant. De tabaksindustrie was al heel erg lang op de hoogte van de gevaren van roken, maar heeft decennialang geprobeerd die gevaren te verdoezelen en in twijfel te trekken. Voor de heer Römer was dat de belangrijkste reden om ten strijde te trekken tegen BAT.

Ons kantoor is gespecialiseerd in zaken die met roken te maken hebben. Wij zorgden voor de eerste rookvrije werkplek in Nederland. Ook in deze zaak hebben alle advocaten meegewerkt omdat we het belangrijk vinden om rechtspraak te krijgen over de aansprakelijkheid van de tabaksindustrie. De rechtbank heeft de zaak uitgebreid bekeken. Hoewel een hoop formele verweren van BAT zijn verworpen, missen wij in de uitspraak dat volgens de Gezondheidsraad in 1975 roken heel normaal en ook de norm was. Ook het Sociaal Cultureel Planbureau heeft in 2006 aangegeven dat pas 2006 het moment was bereikt dat het besef dat roken ongezond is bij iedereen in Nederland was doorgedrongen. Het is dan ook niet juist om dan te stellen dat de consument in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw wist dat het roken zeer schadelijk is.

De rechtbank stelt dat de gemiddelde consument in die periode met de gevaren van roken bekend moest zijn. De gemiddelde consument moet naar onze mening echter niet het uitgangspunt zijn Bij (potentieel) gevaarlijke producten moet het ons inziens gaan om de minst geinformeerde consument. In andere uitspraken die gaan over gevaarlijke producten wordt daar ook vanuit gegaan. Zo oordeelde de rechter in een zaak tegen een producent van papiervernietigers dat de producent wel een waarschuwingsplicht had voor het gevaar van letsel wanneer iemand zijn vingers tussen de messen stopt. In die zaak zei de producent dat dit gevaar bij iedereen bekend moest zijn en dat zij om die reden niet hoefde te waarschuwen. De rechter vond dat dit niet gold voor het 2 jarige buurmeisje die haar vingers tussen de messen had gestopt. De producent had dus wel een waarschuwingsplicht voor deze ‘onwetende’ consument. Volgen we de redenering van de rechtbank dan zouden bijvoorbeeld kinderen niet beschermd hoeven worden tegen gevaarlijke producten.

De heer Römer heeft op veel punten gelijk gekregen. Het is echter jammer dat de zware waarschuwingsplicht die de Hoge Raad oplegt aan producenten niet heeft laten gelden voor de tabaksfabrikant. De rechtbank heeft het handelen van de tabaksfabrikant als laakbaar bestempeld, maar daar aan geen consequenties verbonden. Decennialang mocht de tabaksindustrie blijkbaar ongehinderd haar gang gaan, zonder dat zij daarvoor nu de rekening krijgt gepresenteerd.

Klik op onderstaande link voor de gehele uitspraak;
https://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Vordering+ex-roker+afgewezen.htm