Gestruikeld over een biggenrug; wie is aansprakelijk?

Als je over een biggenrug struikelt - ook wel varkensrug genoemd - wie is er dan aansprakelijk? Met enige regelmaat vallen voetgangers en fietsers ten prooi aan deze wegafscheidingen, vaak met (fors) letsel tot gevolg. Hieronder delen we een recente uitspraak van het Hof 's Hertogenbosch waarin dit onderwerp aan bod komt. 

Waar ging het om in deze zaak?

Op 12 maart 2015 heeft een voetganger een bezoek gebracht aan een bank en daarbij zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein. De voetganger is bij het teruglopen naar zijn auto, waarbij hij tussen de geparkeerde auto’s door liep, op het parkeerterrein gestruikeld en ten val gekomen. Daarbij heeft hij zeer ernstig letsel opgelopen – een incomplete dwarslaesie.

Biggenruggen

Het parkeerterrein heeft een zogenaamde visgraatindeling van de parkeervakken. De parkeervakken zijn op de kop uitgerust met een ovaalvormige betonnen drempel, een zogenaamde biggenrug, die je vaak ziet op parkeerplaatsen of als afscheiding van fietspaden.

De voetganger is van mening dat de biggenrug vanwege een ongebruikelijke en gebrekkige inrichting van het parkeerterrein niet goed zichtbaar was. De bank is in 2018 aansprakelijk gesteld door de voetganger op basis van artikel 6:174 BW en 6:162 BW, maar heeft geen aansprakelijkheid erkend.

Het oordeel

De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van de biggenruggen op het parkeerterreinen en de indeling ervan geen gebrekkige opstal leveren, zodat de inrichting ook niet kan worden aangemerkt als onrechtmatig. De voetganger is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak van de rechtbank.

In hoger beroep oordeelt het hof dat het parkeerterrein wel degelijk gebrekkig is en gehouden was tot het treffen van veiligheidsmaatregelen. Hierbij kan gedacht worden aan het herinrichten van het parkeerterrein of voldoende duidelijk waarschuwen inclusief markeren van de biggenruggen. De bank is dan ook aansprakelijk voor het ongeval van de voetganger.

Causale verdeling

Op basis van een causale verdeling (gebrekkige inrichting aan de zijde van de bank en kennelijke onoplettendheid/onvoorzichtigheid aan de zijde van de voetganger), komt het hof tot een schadevergoedingsplicht van 60%. Oftewel: 40% van de schade wordt niet vergoed omdat er deels sprake is van eigen schuld.  

Verder lezen?

De gehele uitspraak van het Hof ‘s-Hertogenbosch - ECLI:Nl:GHSHE:2022:1647- is hier te lezen. Heeft u vragen over wegbeheerdersaansprakelijkheid? Neem gerust contact met ons via 0334613048 op voor vrijblijvend advies.